- 10 - RAADSVOORSTEL vervolg 153 Het vaststellen van het uiteindelijke tracé zal, zoals boven aangegeven, via een bestemmingsplan en een uitvoeringsplan tot stand komen, waarop alle betrokken kunnen inspreken en/of bezwaren kunnen aantekenen. Het rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid is gericht op het terugdrin gen van de automobiliteit teneinde de steden bereikbaar te houden en de (milieu)kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren c.q. te behouden. Een van de pijlers waar dit beleid op steunt is het locatiebeleid dat wil zeggen bij de nieuwe locaties voor wonen, bedrijven en voorzieningen moet een goede afstemming plaats vinden met het aspect verkeer en vervoer. Voor bedrijven en voorzieningen zijn hiertoe locatietyperingen aangegeven, waarbij de bereikbaarheidsprofielen (ontsluiting per auto, openbaar vervoer en fiets) afgestemd moeten worden op de mobiliteitskenmerken (auto-afhanke lijkheid, intensiteit werknemers en bezoekers, e.d.) van de bedrijven. De locatietyperingen die zowel door de provincie als het rijk gehanteerd worden, zijn: - A-locaties: deze zijn optimaal bereikbaar met het openbaar vervoer op agglomeratie- en nationaal niveau. De ontsluiting per auto is minder belangrijk, maar het aantal parkeerplaatsen is beperkt. De fietsbereikbaar heid moet eveneens goed zijn. Deze locaties zijn meestal alleen te vinden in de omgeving van een centraal station; - B-locaties: deze zijn zowel goed per openbaar vervoer als per auto bereikbaar. Ook hier gelden parkeerbeperkingen en moet eveneens de fietsbe reikbaarheid goed zijn; - C-locaties: deze locaties zijn optimaal ontsloten per auto. Er zijn vrijwel geen eisen voor de bereikbaarheid per fiets of openbaar vervoer. Er zijn geen parkeerbeperkingen. De behoefte van Breda in het kader van bedrijfsvestigingen zal zich vooral voordoen in bedrijven die gevestigd moeten worden op een A- of B-locatie bijvoorbeeld zakelijke dienstverlening (kantoren)In Breda is slechts één A-locatie aan te wijzen en zijn de B-locaties ook niet ruim voorhanden gezien de openbaar vervoervoorzieningen. Zeker ten aanzien van de A-locatie maar ook voor de B-locaties kan gesteld worden dat deze schaars zijn. In die zin is dus de omgeving van het station, in het kader van het loca tiebeleid, de eerste optie voor de ontwikkeling van een terrein voor kantoren en andere publieksaantrekkende voorzieningen. Verder zal het openbaar vervoer in het kader van het terugdringen van de groei van de automobiliteit zowel in Breda als landelijk een steeds belangrijker rol gaan vervullen. In die zin zal dan ook een centraal station waar treinen en bussen samenkomen steeds belangrijker worden, daarom is dus een goede bereikbaarheid, naast die voor het openbaar vervoer, voor de fiets en de auto van groot belang. In dit licht moet ook de ontwikkeling van de spoorzoneweg gezien worden. Deze weg heeft een functie van stedelijke hoofdweg van de 2e categorie wat betekent dat deze weg uitgevoerd zal worden in een eenvoudige vorm met 2x1 rijstrook. Bij de ontwikkeling van deze weg zal verder ook de verkeersafwikkeling van de gehele wijk Belcrum betrokken worden, waarbij uitgangspunten zijn het voorkomen van sluipverkeer door de Belcrum en het mogelijk ontlasten van de Speelhuislaan. In de vormgeving van de weg zal verder aandacht gegeven worden aan de aspecten van verkeersveiligheid en een goede oversteekbaar- heid voor langzaam verkeer (fietsers en voetgangers)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 830