gemeente Breda
RAADSVOORSTEL 1992 156
Registratie nr 927918998
Dienst/afdeling OW/RO
Bijlage -
BETREFT HET VASTSTELLEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED
INLEIDING
In de WRO is de verplichting opgenomen dat voor het buitengebied een
bestemmingsplan wordt opgesteld. Momenteel gelden er weliswaar voor het
gehele buitengebied meerdere bestemmingsplannen (en wordt dus aan deze
verplichting voldaan), maar het grootste deel daarvan is niet meer actueel.
Een bezwaar is bovendien, dat deze verschillende plannen qua regeling niet
op elkaar aansluiten.
Nu het gemeentelijk beleid ten aanzien van het buitengebied duidelijke
contouren begint te krijgen, middels het Landschapsbeleidsplan, wordt
behoefte gevoeld aan een integraal plan voor het buitengebied.
VOORSTEL
Te besluiten tot vaststelling van,het bestemmingsplan "Buitengebied", een
en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend raadsbesluit.
MOTIVERING/TOELICHTING
Procedure
Het ontwerp-bestemmingsplan "Buitengebied" is destijds in procedure
gebracht en, in het kader van het ingevolge artikel 10 van het Besluit op
de ruimtelijke ordening 1985 voorgeschreven overleg, aan diverse overleg-
instanties toegezonden. De door deze instanties met betrekking tot het
ontwerpplan gemaakte opmerkingen zijn, voor zover nodig, verwerkt in het
voorliggende plan. De uitkomsten van het overleg zijn in de plantoelichting
opgenomen
Ontvankelij khe i d
Het ontwerpplan heeft vervolgens met ingang van 10 februari 1992 gedurende
een periode van een maand voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze
periode zijn er 640 bezwaarschriften ingekomen. Daarvan hebben er 21
aanleiding gegeven tot aanpassingen van het plan op onderdelen. 9 bezwaar
schriften zijn niet tijdig ingediend en dienen derhalve niet-ontvankelijk
verklaard te worden.
Planaanpassingen
Bespreking van het ontwerp-bestemmingsplan heeft, mede naar aanleiding van
de ingediende bezwaren, geleid tot de volgende ambtshalve aanpassingen.
1. Bestemming A (lk)
In het ontwerp-bestemmingsplan, zoals dat ter visie was gelegd, was het in
de bestemming Agrarisch gebied met de nadere aanduiding landschappelijke
en/of cultuurhistorische waarden A(lk) niet mogelijk een glastuinbouwbe
drijf te vestigen. Wel bestond de mogelijkheid een bestaand agrarisch
bedrijf om te schakelen naar glastuinbouw. Nader overwogen is of deze mo
gelijkheid niet in strijd is met het beoogde concentratiebeleid ten aanzien
van glastuinbouw. Dit beleid is erop gericht grootschalige glastuinbouw
zoveel mogelijk op enkele plaatsen in het buitengebied te concentreren,
teneinde de invloed van kassenbouw op het landschap zo beperkt mogelijk te
houden