a
- 2 -
RAADSVOORSTEL vervolg 156
Gelet op het grote oppervlak tot A(lk) bestemd gebied, de over het algemeen
kleinschalige aard van dit gebied en de zeer dichte bezetting van agrari
sche bedrijven in dit gebied, is overwogen dat handhaving van de mogelijk
heid tot omschakeling naar glastuinbouw in dit gebied, is overwogen dat
handhaving van de mogelijkheid tot omschakeling naar glastuinbouw in A(lk)
in feite neerkomt op de mogelijkheid tot massale verkassing van landschap
pelijk waardevol agrarisch gebied, waar het beleid in eerste instantie
gericht was op ontwikkeling van vollegrondstuinbouw passend in het land
schapsbeeld.
Aangezien de geschetste mogelijke ontwikkeling in strijd wordt geacht met
het voorgestane beeld in het buitengebied, zoals verwoord in de algemene
doelstellingen (handhaven aantrekkelijkheid en verscheidenheid in het
landschap, is alsnog besloten de mogelijkheid tot omschakeling naar
glastuinbouw in A(lk) te laten vervallen.
2. Afweging mogelijkheid golfbaanbestemming in 't Hout.
INLEIDING
In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen tot wijzigen
van de agrarische bestemming in 't Hout in de bestemming "golfbaan" onder
nader te stellen voorwaarden.
De Stichting Golf Breda heeft ons verzocht mee te werken aan het mogelijk
maken van een golfbestemming in 't Hout.
Om de volgende redenen is dit verzoek door ons in overweging genomen:
- een golfbaan in Breda voorziet in een behoefte;
- een golfbaan levert een versterking van de economische aantrekkingskracht
van Breda.
Thans is aan de orde de afweging of een golfbaan in 't Hout niet bij
voorbaat op planologische belemmeringen stuit.
Deze afweging komt tot stand op basis van allerlei informatie en gegevens
die voor het grootste deel zijn opgenomen in dit bestemmingsplan en de
toelichting. In deze tekst is daarom niet alle informatie opnieuw uitge
schreven
Na beoordeling van de verschillende aspecten wordt in de toelichting
geconcludeerd dat de locatie 't Hout als enige haalbare locatie naar voren
komt waarbij echter wordt aangetekend dat met name vanuit natuur en
landschap stringente randvoorwaarden worden gesteld.
Gezien de kwetsbaarheid van dit waardevolle gebied is bescherming ervan
noodzakelijk. Gemeente, Provincie en Rijk geven dat in hun respectievelijke
beleidsvoornemens ook aan. De conclusie is dat een natuurontwikkeling van
het gebied beleidsmatig de voorkeur geniet. Anderzijds moet worden gecon
stateerd dat de uitvoering van die beleidsvoornemens nog wel eens lang op
zich kan laten wachten.
Daarmee is tegelijk het dilemma geschetst: er is nu geen geld om de
gewenste natuurontwikkeling in gang te zetten en er is geen tijd om nog
veel langer met natuurontwikkeling te wachten, omdat de potentiële waarden
van het gebied langzaam maar zeker steeds verder worden aangetast
Alle aspecten tegen elkaar afwegende komen wij tot het oordeel dat indien
het initiatief van de Stichting Golf Breda zou worden doorgezet, daarvoor
de locatie 't Hout in aanmerking kan worden gebracht. Uit oogpunt van
planologische afweging lijken aan deze locatie de minste bezwaren verbon
den.