- 11 -
UfJ
RAADSVOORSTEL vervolg
Ad 2 (H.C.M. Lauwen)
Bezwaar
Reclamant maakt bezwaar tegen de beperkingen m.b.t. drainage, egalisatie,
dempen van sloten etc., voortvloeiend uit de bestemming A (lk), welke op
zijn percelen is gelegd; tevens moet de mogelijkheid van kassenbouw
aanwezig zijn.
Beoordeling
Bovengenoemde werkzaamheden zijn conform art. 5.4 lid 1 en 2 niet verboden,
echter alleen vergunningplichtig voorzover de werkzaamheden niet vallen
onder het normale beheer of behoren tot de normale agrarische bedrijfsvoe
ring.
Ambtshalve overwegingen hebben geleid tot de conclusie dat het plan in die
zin zou moeten worden aangepast, dat vestiging van c.q. omschakeling naar
glastuinbouw in A(lk) niet meer mogelijk wordt gemaakt. Glastuinbouw op een
schaal die voor de tuinbouwsector interessant is, is namelijk dermate
ingrijpend in het landschapsbeeld van gebieden met de bestemming A(lk)
(verstening buitengebied, nivellering van het landschapsbeeld)dat verdere
verspreiding van glastuinbouwbedrijven moet worden voorkomen. Het beleid is
daarom gericht op concentratie in gebieden die voldoen aan de speciale
eisen die grootschalige glastuinbouw momenteel stelt.
Een beperkte uitbreiding van glas tot 500 m2 is wel toegestaan, hiervoor
dient t.z.t. een concrete bouwaanvraag te worden ingediend.
Het bezwaar achten wij derhalve ongegrond.
Ad 3 (A.A.C. van Haperen)
Bezwaar
Reclamants bezwaar is gericht tegen het voorschrift dat binnen een afstand
van 150 m van een bestaand bouwblok geen nieuwvestiging meer mogelijk is.
Wil bouwvlak t.b.v. glas uitbreiden tot 4 ha.
Beoordeling
De in het plan opgenomen afstand van minimaal 150 m ten opzichte van een
ander bouwvlak voor nieuwvestiging is als algemeen voorschrift in bestem
mingsplan opgenomen en dient om enige openheid te handhaven. In het plan is
een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen om af te wijken van deze standaard
regeling, mits dit geen overwegende bezwaren van landschappelijke en/of
milieuhygiënische aard oproept.
Enige uitbreiding van het bouwvlak is mogelijk via de wijzigingsbevoegdheid
in het plan, maar zo'n verzoek zal te zijner tijd onderbouwd moeten worden
met concrete (bouw)plannen, waarbij een evenredige afweging van de in het
geding zijnde belangen plaatsvindt.
Het bezwaarschrift achten wij derhalve ongegrond
Ad 4 (C.A.M. van Meer)
Bezwaar
Reclamant maakt bezwaar tegen de beperkingen welke voortvloeien uit de voor
zijn perceel geldende bestemming A(lk)waardoor geen kassenbouw meer
mogelijk is.