- 19 - 1 5fi RAADSVOORSTEL vervolg Ad 23 (P.A.C.M. Biemans) Bezwaar Verzocht wordt om het gekopppeld agrarisch bouwvlak aan de Werftseweg aan te passen. Uitbreiding binnen het bouwvlak met de woning is niet mogelijk, omdat de gebouwen onder monumentenzorg vallen. Daarom graag uitbreiding van het bouwvlakgedeelte aan de overzijde van de weg tot i l ha. Beoordeling Aan agrariërs is tweemaal de gelegenheid geboden hun wensen ten aanzien van de ligging en omvang van het agrarisch bouwvlak aan te geven: bij de agrarische enquete en bij de inspraak. Het verzoek van reclamant had in dat kader naar voren kunnen worden gebrachtNu is het bouwvlak bepaald aan de hand van bedrijfsgegevens en plaatselijke verkenning. Het verzoek tot wijziging van het agrarisch bouwvlak lijkt echter alleszins redelijk. Evenwel het eenzijdig vergroten zou leiden tot een onevenredig groot bouwvlak met te ruime potentiële bouwmogelijkheden. Aan het verzoek kan daarom alleen tegemoet worden gekomen in die zin, dat vergroting van het bouwvlak zonder woning gepaard gaat met evenredige verkleining van het bouwvlak met woning, waarbij ingespeeld wordt op de waarde die dit deel heeft vanwege de aanwezigheid van monumenten. Aan het bezwaar is aldus ten dele tegemoet gekomen. Het plan wordt dien overeenkomstig aangepast Ad 24 (A.A. Coremans) Bezwaar Bezwaar wordt gemaakt tegen het aangeven van het perceel Moerdijkse Postbaan 95 als burgerwoning, in plaats van agrarisch bouwvlak. Beoordeling Opgemerkt wordt dat reclamant noch gereageerd heeft op de agrarisch enquete, noch bij de inspraak. De situatie is daarom "van buitenaf" beoordeeld, hetgeen geleid heeft tot de aanwijzing tot burgerwoning. Navraag heeft evenwel uitgewezen dat het wel degelijk een volwaardige agrarische activiteit betreft (vollegrondstuinbouw)hetgeen aanduiding met een agrarisch bouwvlak rechtvaardigt. Het bezwaar is derhalve gegrond. Het plan wordt dienovereenkomstig aange past. Ad 25 (M. Gommers) Bezwaar Bezwaar wordt gemaakt tegen het aangeven van het perceel Overaseweg 206 als burgerwoning in plaats van agrarisch bouwvlak. Beoordeling Reclamant heeft destijds bij de agrarische enquete gegevens over de huidige en toekomstige situatie overlegd, welke gebruikt zijn bij de bepaling van de bestemming op zijn perceel. Hieruit bleek dat, gezien de beperkte activiteiten en de leeftijd van reclamant (toen 70), hier geen sprake meer was van een agrarisch bedrijf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 879