- 33 - RAADSVOORSTEL vervolg 156 Beoordeling Ambtshalve overwegingen hebben geleid tot de conclusie dat het plan alsnog in die zou moeten worden aangepast dat vestiging van c.q. omschakeling naar glastuinbouw in A(lk) niet meer mogelijk wordt gemaakt. Glastuinbouw op een schaal die voor de tuinbouwsector interessant is, vormt namelijk een dermate grote inbreuk op het landschapsbeeld van gebieden met de bestemming A (lk) (verstening buitengebied, nivellering van het land schapsbeeld) dat verdere verspreiding van glastuinbouwbedrijven moet worden voorkomen. Het beleid is daarom gericht op concentratie in gebieden die voldoen aan de speciale eisen die grootschalige glastuinbouw momenteel stelt. Grote glastuinbouwbedrijven horen in het A(gl)-gebied thuis. Het bezwaar is derhalve ongegrond Ad 56 (R. van de Ven) Bezwaar Reclamant heeft bezwaar tegen de bestemming "wonen", terwijl een groot deel van het pand als kantoorruimte in gebruik is. Beoordeling Uit nader onderzoek is gebleken dat in het pand geen hoofdactiviteiten van bedrijvigheid wordt uitgeoefend, terwijl reclamant bovendien zijn kantoor adres in een andere straat binnen Breda heeft. Weliswaar hebben Burgemeester en wethouders in 1982 besloten tot gedeelte lijke onttrekking van de woonruimte, echter dit is geen reden tot verande ring van de bestemming "wonen" in "niet-agrarisch-bedrijf Het bezwaar achten wij derhalve ongegrond Ad 57 (Schoonheidsinstituut Esfinge) Bezwaar Reclamant maakt bezwaar tegen het feit dat het instituut Esfinge niet als "niet-agrarisch bedrijf" is aangemerkt en onvoldoende ontwikkelingsmoge lijkheden heeft. Beoordeling Opgemerkt wordt dat het instituut niet als zodanig herkend is, c.q. bekend was. Op grond van de aangedragen gegevens lijkt het gerechtvaardigd het instituut alsnog als "niet-agrarisch bedrijf" aan te merken en te bestem men. In de nadere toelichting bij het bezwaarschrift wordt opgemerkt dat ten behoeve van verdere ontwikkeling een bebouwingspercentage van 2% over het gehele perceel (6ha) gewenst is. Daar reclamant zelf al opmerkt dat er nu 1% bebouwd is, zou dit een verdubbeling van het oppervlak inhouden en bovendien de mogelijkheid bieden om de extra bebouwing over het hele terrein verspreid te situeren. Dit nu lijkt een onevenredige eis, die in strijd is met het behoud van de openheid van het buitengebied middels con centratie van bebouwing. Analoog met de methodiek die ten opzichte van andere bedrijven is gehanteerd, wordt daarom voorgesteld het huidige als Woondoeleinden aangeduide oppervlak te wijzigen in de aanduiding "niet- agrarisch bedrijf" (woning toegestaan) met de algemeen gehanteerde uitbrei dingsmogelijkheid vam 15% ten opzichte van de bestaande bebouwing. Verdere uitbreiding met nieuwbouw is, gezien de ligging diep in het buitengebied, niet wenselijk (wijziging van het gebruik van bestaande bebouwing blijft mogelijk)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 893