- 45 - 1 56 RAADSVOORSTEL vervolg - De openheid van het gebied bestemd tot A(lo) is van zodanige landschap pelijke waarde, dat bescherming wenselijk wordt geacht. Het vestigen, uitbreiden en/of omschakelen naar glastuinbouw is niet verenigbaar met het streven om de openheid te behouden en daarom in de planvoorschriften uitgesloten. Overigens is het gebied voor het overgrote deel in gebruik als weideland en zijn in het gebied slechts twee agrarische bedrijven gevestigd waarvan de één een rundveebedrijf (Werftseweg 21) en de ander een gemengd bedrijf (tuinbouw en vee teelt) (Hooijdonkseweg 10) is. Van een onevenredige aantasting van het agrarisch belang is in dit geval geen sprake. Het bezwaar is derhalve ongegrond - De bedoelde voorschriften aangaande glastuinbouw zijn verwoord in artikel 5 van de voorschriften (5.2. onder II.5.f) en gericht op nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven. Het lijkt zinvol milieuproblemen, die in het verleden bij glastuinbouw zijn geconstateerd, vooraf (dus bij nieuwvesti ging) zoveel mogelijk te voorkomen door het stellen van gerichte voor waarden. Steeds meer wordt ernaar gestreefd dit soort zaken, die op het raakvlak van de R.O.- en de milieuwetgeving liggen, integraal in een bestemmingsplan te regelen. De bedoelde regeling past in dit streven naar een meer integraal beleid en wordt temeer van belang geacht aangezien het alleen nieuwvestiging betreft, hetwel in het onderhavige plan alleen in het glastuinbouwconcentratiegebied nabij het Liesbos mogelijk is. Juist bij een dergelijke voorgestane concentratie is het beperken c.q. voorkomen van milieuproblemen van groot belang, ook voor de tuinbouwsector zelf. Het bezwaar is daarom ongegrond - De minimale afstandsmaat van 150 m tussen agrarische bouwvlakken is bepaald om landschappelijke en milieuredenen. Ook, en misschien wel juist bij glastuinbouw, kunnen deze aspecten een zodanige rol spelen dat voldoen de onderlinge afstand gewenst is. Mede gezien de opgenomen vrijstelling ten aanzien van deze bepaling wordt daarom het bezwaar op dit punt ongegrond geacht. Ad 74 (PTT-Telecom) Bezwaar Bezwaar wordt gemaakt tegen het feit dat de C.A.I-straalverbinding Roosendaal - Breda niet op de belemmeringenkaart is opgenomen. Beoordeling Geconstateerd is dat de bedoelde straalverbinding weliswaar is opgenomen op de belemmeringenkaart, doch niet geheel correct en zonder bijbehorende hoogte. Het spreekt voor zich dat de belemmeringenkaart op dit punt kan worden aangepast. Aan het bezwaar zal daarom tegemoet worden gekomen. Ad 75 (M. Janssen) Bezwaar Reclamant heeft bezwaar tegen de vele beperkingen welke voortvloeien uit het bestemmingsplan buitengebied nu hij, i.v.m. verplaatsing uit Heilaar naar het buitengebied, vervangende grond moet gaan zoeken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 905