- 48 - 15 6 RAADSVOORSTEL vervolg 6. Omschakeling van grondgebonden agrarische bedrijven naar niet-grondge- bonden agrarische bedrijven is alleen toegestaan als de ruimtelijke en functionele karakteristiek niet onevenredig wordt aangetastTevens mag er geen strijdigheid ontstaan met de in het kader van de Hinderwet of andere milieuwetgeving gehanteerde gemeentelijke beleidsregels. Teneinde dit te kunnen beoordelen en af te wegen is gekozen voor een wijzigingsprocedure. Het bezwaar achten wij derhalve ongegrond. 7. De minimale afstandsmaat van 150 m tussen agrarische bouwvlakken is bepaald om landschappelijke en milieuredenen. Ook, en misschien wel juist bij glastuinbouw, kunnen deze aspecten een zodanige rol spelen dat voldoen de onderlinge afstand gewenst is. Mede gezien de opgenomen vrijstelling ten aanzien van deze bepaling wordt daarom het bezwaar op dit punt ongegrond geacht 8. De aanlegvergunningen behorende bij de bestemmingen A(nr) en A(na) zijn, conform de provinciale richtlijnen, afgestemd op de beoogde bescherming van natuurwaarden in, of in de nabijheid van, aldus bestemde gebieden. Onder kend wordt dat hiermee de mogelijkheden voor agrarische bedrijfsvoering worden beperkt, doch een voortzetting van het huidig gebruik blijft mogelijk. Het schrappen c.q. versoepelen van de genoemde aanlegvergunnings- plichtige werkzaamheden zou zonder twijfel leiden tot onherstelbaar verlies van natuurwaarden, hetgeen onaanvaardbaar wordt geacht. Het bezwaar is daarom op dit punt ongegrond. Ad 77 (W.F. van Tol) Bezwaar - Bezwaar tegen de gevolgde procedure - De locatiekeuze van de golfbaan is niet gemotiveerd. - Opmerkingen over de stort van mogelijk radio-actief besmet groenteafval Verzoekt onafhankelijk onderzoek. - Geen golfbaan in t Hout Beoordeling - De procedure met betrekking tot de milieu-effectrapportage is gevolgd zoals de wettelijke bepalingen dat voorschrijven. Het bezwaar is daarom ongegrond. Wij kunnen ons echter voorstellen dat de procedure niet helder is. In verband met de zuiverheid van de besluitvorming is de procedure daarom thans gewijzigd (zie de ambtshalve wijziging)Omdat het milieu-effectrap port slechts betrekking heeft op de inrichting van een golfbaan in 't Hout, wordt het milieu-effectrapport gekoppeld aan het toepassen van de wijzi gingsbevoegdheid ex artikel 18 van dit bestemmingsplan. In het kader van dit plan zijn slechts aan de orde de locatiekeuze en het opnemen van de wijzigingsbevoegdheid. Omdat het milieu-effectrapport daarover niet gaat is het duidelijker dat het milieu-effectrapport dan ook niet gekoppeld wordt aan de vaststelling van het bestemmingsplan. Bij eventuele toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient uiteraard een milieu-effectrapport te worden overlegd. De procedure daarvoor dient dan te worden doorlopen (inspraak enz.).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 908