156
- 56 -
RAADSVOORSTEL vervolg
Voor de factoren die bij de afweging van de planologische aanvaardbaarheid
van 't Hout als mogelijke golflocatie een rol hebben gespeeld, verwijzen
wij naar onze eerdere ambtshalve overwegingen onder punt 2 van het pread
vies. De voorwaarden die aan de wijzigingsbevoegdheid zijn verbonden
waarborgen een redelijke afweging van de in geding zijnde belangen van
recreatie, natuur, landschap en milieu.
Het bezwaar is daarom ongegrond.
- De voorwaarden die bij de wijzigingsbevoegdheid tot aanleg van een
golfbaan zijn gesteld, hebben onder meer tot doel te bereiken dat bij de
aanleg rekening gehouden wordt met natuur- en landschappelijke waarden.
Onderkend wordt dat de golfbaan zich ruimtelijk zal onderscheiden binnen
het beekdallandschap, maar van een a priori onaanvaardbare strijdigheid met
het natuurontwikkelingsbeleid is geen sprake.
Voor de factoren die bij de afweging van de planologische aanvaardbaarheid
van 't Hout als mogelijke golflocatie een rol hebben gespeeld, verwijzen
wij naar onze eerdere ambtshalve overwegingen onder punt 2 van het pread
vies. De voorwaarden die aan de wijzigingsbevoegdheid zijn verbonden
waarborgen een redelijke afweging van de in geding zijnde belangen van
recreatie, natuur, landschap en milieu.
Het bezwaar is daarom ongegrond.
- De passage in het bezwaarschrift aangaande het recreatief gebruik, geeft
de bedoelingen van artikel 18 niet juist weer. De bedoelde zinsnede uit
artikel 18 bepaalt immers dat onder recreatieve doeleinden alleen de
golfsport moet worden verstaan. Daarmee is elke andere recreatieve invul
ling uitgesloten, zodat de "deur voor verdere economische exploitatie"
juist niet openstaat, zoals door reclamant ten onrechte wordt veronder
steld.
Het bezwaar is daarom ongegrond.
- De door reclamant gesignaleerde versoepeling van de voorwaarden, die
gesteld zijn bij eventuele aanleg van een golfbaan via toepassing van de
wijzigingsbevoegdheid, komen voort uit juridische overwegingen. De eerdere
voorwaarden waren namelijk zo streng geformuleerd dat een golfbaan (die nu
eenmaal een karakterwijziging van het gebied inhoudt omdat een golfbaan nu
eenmaal geen agrarisch bedrijf is) hoe dan ook nooit aangelegd had kunnen
worden. De wijzigingsbevoegdheid had zichzelf daarmee overbodig gemaakt. De
voorwaarden zijn nu zo gesteld dat aanleg (en derhalve karakterwijziging
van het gebied) mogelijk is binnen duidelijke kaders, namelijk zonder
afbreuk te doen aan enkele essentiële kwaliteiten. In juridische zin is
aldus mogelijk gemaakt dat de beoogde functiewijziging überhaupt mogelijk
is
Het bezwaar is daarom ook op dit punt ongegrond