gemeente Breda
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bij lage
1992 159
927919769
OW/RO
Geen.
BETREFT VERZOEKEN OM PLANSCHADEVERGOEDING VAN DE HEER A. VAN MOOK,
BRONKHORSTSTRAAT 11 TE BREDA EN DE HEER A. MARTENS, SLOTLAAN 32 TE ULVEN-
HOUT.
INLEIDING
Naar aanleiding van de realisering van de woonwagenlocatie aan de Rijnau-
wenstraat zijn beide verzoeken* om planschadevergoeding ex artikel 49 van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingediend.
VOORSTEL
1. Te besluiten de verzoeken om planschadevergoeding van de heer A. van
Mook en de heer A. Martens af te wijzen, een en ander overeenkomstig het
bij dit voorstel behorend concept- raadsbesluit
MOTIVERING/TOELICHTING
Door de verzoekers werd voldaan aan het formeel vereiste ingevolge artikel
3 van de procedureverordening planschadevergoeding. Bij besluit van 2 8
november 1991* heeft uw raad verzoekers in hun verzoek ontvankelijk
verklaard en is door uw raad een schadebeoordelingscommissie benoemd met
het verzoek advies uit te brengen betreffende de ingekomen planschadever-
zoeken.
De verzoeken zijn ingediend naar aanleiding van de realisering van de
woonwagenlocatie aan de RijnauwenstraatDe heer A. van Mook, wonende
Bronkhorststraat 11, stelt in zijn verzoek dat door de realisering van de
woonwagenlocatie de bestemming van de directe omgeving van zijn woning
aanzienlijk is verstoord gezien de ligging van de locatie. Naar zijn mening
is daardoor de woning sterk in waarde gedaald met als gevolg, dat de woning
moeilijk verkoopbaar is geworden voor de werkelijke verkoopwaarde. De
waardedaling wordt door hem geschat op f 30.000,--.
De heer A. Martens, wonende Slotlaan 32 te UIvenhout, was tot oktober 1990
eigenaar van de woning Bronkhorststraat 15 te Breda. De heer Martens stelt
dat destijds bij de verkoop van zijn woning de aanwezigheid van de woonwa
genlocatie een waarde- en onderhandelingsdrukkende factor is geweest.
Zoals uw raad bekend, zijn voor de locatie aan de Ri jnauwenstraat de
bergingen met sanitaire units gerealiseerd met toepassing van een artikel
19 W.R.O.-procedure (vrijstellingsbesluit van ons college de dato 8 maart
1983)
De door uw raad aan de schadebeoordelingscommissie gevraagde adviezen zijn
ingekomen 12 mei 1992Wij hebben deze adviezen voor uw raad ter inzage
gelegd.
Met betrekking tot de ingediende verzoeken komt de adviescommissie tot het
volgende oordeel. De locatie is ingericht op grond van een onherroepelijk
geworden vrijstellingsbesluit ex artikel 19 W.R.O.
De schadebeoordelingscommissie heeft onderzocht of belanghebbenden door de
planologische wijziging in een nadeliger positie zijn komen te verkeren.
Voorheen gold ter plaatse ingevolge het bestemmingsplan IJpelaar 1966 de
bestemming "gronden bestemd voor recreatieve doeleinden"Op grond van deze
bestemming was bebouwing van de huidige woonwagenlocatie aldaar niet te
verwachten