- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg 18 genoemde uitvoering is opgedragen ons college dienen te worden gewijzigd. Dit betreft de artikel 6 t/m 8 van de verordening. Een afschrift van de uitspraak van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State d.d. 7-5-1991 ligt voor u ter visie*. De tweede aanpassing is het gevolg van een wijziging van artikel 8 van de Drank- en Horecawet. In dit artikel werd bepaald, dat een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet (cafe-, restaurant-, slijt- of werkzaam heidsvergunning) niet geldt voor andere gedeelten van de openbare weg, dan die waar het verstrekken van alcoholhoudende dranken bij gemeentelijke verordening uitdrukkelijk was toege staan. Bij de wetswijziging zijn de woorden "bij gemeentelijke verordening" vervangen door "door burgemeester en wethouders". Dit betekent, dat uw raad niet langer bevoegd is op dit punt regels te stellen. Daarom dienen de betreffende artikelen in de Drank- en Horecaverordening Breda 1991 te worden geschrapt (de artikelen 3 en 4) De tekst van de wetswijziging ligt ter visie* Een derde punt van aanpassing is artikel 9, tweede lid van de verordening (definitie broodjeszaak)Recentelijk zijn twee aanvragen om aanwijzing als broodjeszaak geweigerd, omdat de betreffende inrichtingen niet gelegen waren in het gebied van de binnenstad, waarvoor de burgemeester volgens een bestendige beleidslijn dergelijke ontheffingen verleend. De aanwijzing van de straten waarin broodjeszaken aangewezen kunnen worden is een beleidsregel. Iedere aanvraag moet daarom op zijn eigen merites worden beoordeeld. Onder omstandigheden kan de burge meester dan verplicht zijn een bepaalde inrichting, hoewel niet gelegen binnen het aangewezen gebied, toch als broodjes zaak aan te wijzen. Uit een oogpunt van handhaving van openba re orde in het uitgaanscentrum (het motief waarmee het des tijds de mogelijkheid werd opgenomen om tot aanwijzing van broodjeszaken over te gaan in de verordening) is dit onge wenst. Aan dit probleem kan echter goeddeels tegemoetgekomen worden door de aangewezen straten in de verordening limitatief op te sommen. Toetsing van aanvragen kan dan plaatsvinden aan de hand van het bepaalde in de verordening zelf, hetgeen een minder vergaande beoordeling van de eigen merites van ieder geval vergt. De laatste twee punten van aanpassing zijn "schoonheidsfout jes" in de huidige verordening: 1. artikel 1, eerste lid sub d. "definitie restaurantbe drijf" kan vervallen, omdat de term restaurantbedrijf in de verordening verder niet meer voorkomt; 2. in artikel 5, eerste lid sub c. kunnen voor alle duide lijkheid nog de woorden "uitsluitend of in hoofdzaak" worden ingevoegd na het woord "danwel". CONSEQUENTIES GEEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 94