- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg 163 In hoofdlijnen houdt de invoering van fiscalisering het volgende in: Het niet betalen bij een parkeermeter of -automaat wordt niet langer strafrechtelijk vervolgd, maar de betaling wordt alsnog fiscaalrechtelijk afgedwongen Tegelijkertijd wordt ook de wielklem geïntroduceerd, zonodig gevolgd door het overbrengen en in bewaring stellen van het voertuig, een en ander ter zekerstelling van de betaling. De kosten van onder andere de parkeercontrole-administratie, automati sering, etc. kunnen, voor zover zij betrekking hebben op betaald-parkeren, deels worden doorberekend aan de parkeerder. Ook de kosten van het aanleg gen en verwijderen van de wielklem, alsmede de kosten verbonden aan het overbrengen en in bewaring stellen van het voertuig, kunnen worden doorbe rekend. Bij Besluit Gemeentelijke Parkeerbelastingen van 22 november 1990 zijn de kostencomponenten bepaald waaruit de kosten voor het opleggen van een naheffingsaanslag, de kosten inzake het aanbrengen en verwijderen van een wielklem en de kosten van het overbrengen en in bewaring stellen van een voertuig, mogen bestaan. Ter verkrijging van de Koninklijke Goedkeuring dient uw raad akkoord te gaan met de kostenopbouw inzake naheffing, wielklem, overbrenging en in bewaring stelling. Fiscalisering is een zaak van de gemeente, die dan ook het invorderings- traject voor haar rekening dient te nemen. Dit in tegenstelling tot de strafrechtelijke vervolging, waarbij dit een zaak van justitie is. Voor de invorderingsprocedure is een beroep gedaan op het bureau FAS. De bezwaarschriftenprocedure zal in handen worden gesteld van de afdeling Belastingen. De Wet Gemeentelijke Parkeerbelastingen staat niet meer toe, dat voor een parkeervergunning voor een vergunningengebied 2 verschillende tarieven, te weten een bewonerstarief en een zakelijk belanghebbenden-tarief, worden geheven Het college streeft naar een uiteindelijk kostendekkend vergunningtarief. Dit principe wil het college gefaseerd realiseren. Het voorstel is om per l oktober 1992 een vergunningtarief te hanteren van 10,- per maand en vanaf 1 januari 1994 een tarief van 20,- per maand. Daarnaast is het ons voornemen de discussie over verdere tariefsaanpassing in 1994 te voeren. De verdere in de concept-Verordening Parkeerbelastingen Breda 1992 gehan teerde parkeertarieven zijn de huidige tarieven, danwel de hiervan afgelei de tarieven (dag- en maandtarieven) CONSEQUENTIES Personeel Het slagen van de invoering van fiscalisering is in sterke mate afhankelijk van een stringente handhaving. De uitvoering kan in principe geschieden met de huidige personeelsbezet ting, dus inclusief de controleurs aangetrokken in het kader van de "tussenoplossing fiscalisering". Het uitschrijven van een kennisgeving van overtreding kost immers evenveel tijd als het opleggen van een naheffings aanslag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 952