- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg 35 Deze dienst merkt op, dat er nog geen enkele overeenstemming is over de overdrachtsvoorwaarden van de terreinen waarvoor de gemeente Breda mogelij kerwijs als koper voor in aanmerking komt. Daarom wordt de procedure prematuur genoemd en wordt niet ingestemd met een bestemmingswijziging. Over de aankoop van de gronden van de schouwburg hebben weliswaar contacten plaatsgevonden, echter deze hebben niet geleid tot een afronding in de zin van een koopovereenkomst. Inmiddels is met Defensie opnieuw contact opgenomen teneinde de grondtransactie tijdig te kunnen afsluiten. Overigens wordt in een bestemmingsplan het toekomstige planologische beleid vastgelegd. Het is de bevoegdheid van de gemeenteraad zulks te doen, ongeacht de eigendomssituatie. 3. Hoogheemraadschap West-Brabant, Postbus 2212, 4800 CE BREDA. Het Hoogheemraadschap wijst erop, dat in de nabijheid van het plangebied verontreiniging van grondwater is aangetroffen. In het bestemmingsplan is niet aangegeven hoe de afvoer van (mogelijk verontreinigd) bronneringswater is geregeld. Dit zou alsnog in het plan moeten worden opgenomen. De afvoer van bronneringswater tijdens de bouwactiviteiten is geen ruimte lijk relevante kwestie. Zij behoort dan ook niet in een bestemmingsplanre geling thuis. Met het Hoogheemraadschap zullen in het kader van de uitvoe ring afspraken worden gemaakt over de afvoer van eventueel verontreinigd bronneringswater 4. Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Postbus 1001, 3700 BA ZEIST. Door Monumentenzorg wordt erop gewezen, dat de vestiging van de schouwburg op deze plaats tot gevolg kan hebben, dat schouwburg-ondersteunende hoogwaardige functies met een feestelijk karakter kunnen verschuiven van het centrum naar de rand van de binnenstad. Het is niet duidelijk of dit in het omringende gebied fysiek mogelijk is of mogelijk gemaakt zal worden en of dat wenselijk is. Ook de relatie met de ontwikkelingen op het Chasséterrein is niet geheel duidelijk. Het mag niet zo zijn, dat de schouwburg de stedebouwkundige randvoorwaarden voor de invulling van dat terrein dicteert. Bij de aanduiding van de monumentaal aanwezige bebouwing op het Chasséter rein zou ook een beeld moeten worden gegeven van de (nog) niet wettelijk beschermde objecten van architectonische en historische waarde. In het Structuurplan Binnenstad is aangegeven, dat de nieuwe schouwburglo catie deel uitmaakt van een concentratiegebied voor culturele accommodaties in het oostelijk gedeelte van de binnenstad. Het ligt niet in de bedoeling om de binnenstad te beroven van haar functie als locatie en achtergrond voor festiviteiten. Het Chasséterrein kan echter aan die functie iets toevoegen in de zin van ruimte en een eigen karakter in het kader van het culturele circuit. Op de stedebouwkundige randvoorwaarden vanuit de invulling van het Chassé terrein en de invloed van de schouwburg als gebouw wordt in de bestemmings plantoelichting voldoende ingegaan. Daaruit blijkt, dat van een zekere wisselwerking wordt uitgegaan en dat voorafgaand aan het schouw- burgontwerp stedebouwkundige randvoorwaarden zijn gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 158