gewijzigd exemplaar
9 Raadsvoorstel vervolg/ 164
In 1992 zijn de publiciteitskosten laag gehouden vanwege de inschat
ting dat de publiciteit die gepaard gaat met de grootschalige bespe
lingen mede gedragen wordt door de producent. Het nagenoeg ontbreken
van dergelijke producties tot nu toe maakt benutting van deze optie
niet mogelijk. De toename van deze kosten in het bedrijfsplan laat
zich daaruit grotendeels verklaren.
De noodzaak om de geraamde bezoekersaantallen te behalen noopt tot een
brede programmering en daarbij aansluitende publiciteit. Daarom vraagt
de directie een financieel grote inzet.
5.6 Personeelslasten
De personeelslasten zijn in het bedrijfsplan ca. 800.000 hoger
geraamd dan in het raadsbesluit '92 is aangegeven. De lasten van het
ambulante personeel zijn aanmerkelijk hoger dan in 1992 werd aangeno
men, omdat er sprake is van extra horeca-personeel vanwege de besluit
vorming om de horeca in eigen beheer te nemen.
Het verschil is tevens te verklaren door het uitbreiden van de perso
neelsformatie met het aantrekken van een algemeen, zakelijk directeur.
Het advies van de gemeentesecretaris voorziet flexibeler inzetmoge-
lijkheden van personeel, zeker na een verzelfstandiging. Voorgesteld
wordt een bezuiniging te realiseren ter grootte van 350.000.
6 De oplossing
61 Het advies van de gemeentesecretaris
Het college stemt in met de conclusies en aanbevelingen uit het advies
van de gemeentesecretaris.
6.2 De bouw
Inzake het bouwkrediet voor de nieuwbouw van de schouwburg stelt het
college voor om taakstellend 562.000 te bezuinigen op kunst, aan
schaf muziekinstrumenten en aanschaf projectie- en videosystemen.
De mogelijkheden om in deze fase van de bouw, nu al veel verplichtin
gen tot besteding zijn aangegaan, tot bezuinigingen te komen, zijn
relatief gering. Desondanks menen wij dat inzet van het voorgestelde
investeringsbedrag substantieel kan bijdragen tot vermindering van het
geconstateerde tekort.
De aframing van de gemeentelijke bijdrage in een kunsttoepassing daar
feitelijk de gehele investering in het theatercomplex direct of
indirect ten goede komt aan kunst- en cultuuruitingen lijkt onder de
huidige omstandigheden alleszins acceptabel en zelfs geboden om niet
een onevenredige stapeling van forse cultuuruitgaven te creëren.