BIJLAGE 2 Bepaling hoogte legespromillage. Uitgangspunt is dat de keuze van het promillage leidt tot kostendekkendheid van de vergunningverlening. M.a.w. opbrengst gelijk aan kosten. De leges worden geheven op de omzet aan bouwkosten, dit loopt in de tijd niet gelijk op met de kosten. In de loop der jaren is gebleken dat erg nogal wat schommeling zit in deze omzetten, welke niet in gelijke mate waarneembaar waren bij de werkdruk. De omzet van de bouwkosten is conjunctuur gevoelig. Zie grafiek bouwkosten omzet en legesopbrengst, (bijlage 3 en 4) In de hoogte van het legespromillage dient de conjunctuursinvloed geëlimineerd te worden. Voor het bepalen van de te verwachten jaaromzet houden we het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar aan, nl. 296 miljoen (prijspeil 1994). Verder dient met het volgende rekening te worden gehouden: Bij het voorgestelde systeem van kortingen ligt het gemiddelde promillage i.v.m. toe te passen kortingen 2,3 o/oo lager dan het heffingspromillage. Dit inzicht is verkregen door de nieuwe legesberekening uit te voeren op de omzet van de afgelopen jaren. Voor het bouwen van sociale sector woningen en het 'ingrijpend' verbeteren van woningen mag geen leges in rekening worden gebracht, derhalve dient bij de vaststelling van het promillage hier rekening mee te worden gehouden. De bouwkosten omzet in deze twee categorieën wordt geschat op 35 miljoen. Tevens moet rekening worden gehouden met oninbaarheid van leges en het intrekken van vergunningen. Hiervoor wordt omgerekend 5% van de bouwsom (15 miljoen) aangehouden De voor de legesopbrengst aan te houden bouwkosten bedragen derhalve 246 miljoen. (296-35-1 5) De geraamde kosten voor 1995 bedragen 4,04 miljoen. Daar aan inkomsten uit legestoeslagen (anders dan basisleges) een opbrengst geraamd wordt van f 90.000,- resteert voor de basisleges een te ramen opbrengst van 3,95 miljoen gulden. In 1995 zal het legespromillage derhalve 18,4 moeten bedragen. (3,95 246 2,3 o/oo i.v.m. kortingen) Voorgesteld wordt om dit promillage voor 1995 te kiezen. Gezien de toe te passen kortingen ligt het gemiddelde promillage op 16,1. Dit is ongeveer 0,75 o/oo lager dan het huidige (1994) gemiddelde tarief. RO/EZ VSO Bouw- en woningtoezicht Bijlage 2-1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1156