6.3 Indien de aanvraag betrekking heeft op een werk waarvoor een aanlegver gunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, al dan niet in combinatie met artikel 46, lid 8 van die wet, wordt het overeenkomstig het bepaalde onder 1.8 bereken de bedrag verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van in behandeling nemen de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening, aan de aanvrager ter kennis is gebracht. 7. Wijzigingen 7.0 De leges ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een Het betreft hier minimale wijzigingen, wijziging, welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is, van een verleende bouwvergunning, sloop vergunning, aanlegvergunning, of vergunning tot wijziging van een monu ment, bedragen: a. indien de bij de behandeling van de aanvraag om vergunning vastgestelde kosten gelijkblijven of lager worden: 200,-; b. indien de bij de behandeling van de aanvraag om vergunning vastgestelde kosten hoger worden: 200,-, vermeerderd met 1,84% van de bouw- sloop- of aanlegkosten, inclusief de bereken de omzetbelasting, voor zover die bouwkosten de 5000,- te boven gaan, met dien verstande dat de verschuldigde leges slechts worden berekend over de kosten welke voortvloeien uit de wijzi ging. Het gestelde in de laatste volzin van lid 1.0 is van overeen komstige toepassing. 11

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1171