Gemeente Breda
ftlÉ
Raadsvoorstel 1994/
Registratienummer 9470043
Dienst/afdeling ROEZ/JZ
Aantal bijlagen -
Betreft: Het voeren van een artikel 19 W.R.O.-procedure
Inleiding
Op 16 juni 1994 is bij ons ingekomen een aanvraag om bouwvergunning
voor het gedeeltelijk veranderen van het voormalige Kloosterkazernege-
bouw ten behoeve van foyeractiviteiten voor het Chassé-theater
Het voormalig Kloosterkazernegebouw is gelegen in het bestemmingsplan
Kloosterplein-Kloosterlaan e.o. met de geldende bestemming M (militai
re gebouwen). Het bouwplan is niet in overeenstemming met de voor
schriften van dit bestemmingsplan.
Voorafgaand aan de behandeling van dit raadsvoorstel wordt uw raad een
voorstel voorgelegd tot het nemen van een voorbereidingsbesluit om de
zogenaamde anticipatieprocedure ex artikel 19 W.R.O. te kunnen voeren.
Voorstel
Te besluiten om ten behoeve van het op 16 juni 1994 ingekomen bouwplan
voor het gedeeltelijk veranderen van het voormalige Kloosterkazernege
bouw ten behoeve van foyeractiviteiten voor het Chassé-theater aan het
Kloosterplein 20 de procedure artikel 19a WRO te voeren.
Motivering/Toelichting
Elk verzoek om een bouw- en aanlegvergunning, dat slechts kan worden
ingewilligd na verlening van vrijstelling als bedoeld in de artikelen
17 tot en met 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)wordt
aangemerkt als een vrijstellingsverzoek.
Het verzoek om bouwvergunning ten behoeve van het gedeeltelijk veran
deren van het voormalige Kloosterkazernegebouw ten behoeve van foyer
activiteiten voor het Chassé-theater moet dus tevens beschouwd worden
als een verzoek om vrijstelling ex artikel 19 WRO.
Gelet op het bepaalde in artikel 19, lid 3 WRO heeft uw raad de
bevoegdheid de beslissing omtrent het verlenen van vrijstelling aan
zich te houden. Het bouwplan heeft daartoe voor u ter visie gelegen.
Naar aanleiding van deze tervisielegging heeft meer dan 1/5 van het
aantal leden van uw raad te kennen gegeven dat zij wensen dat de raad
beslist over het onderhavige verzoek om vrijstelling.
Dit betekent dat uw raad thans moet beslissen of ten behoeve van het
onderhavige bouwplan al dan niet de procedure artikel 19a WRO gevoerd
kan worden.