5 Raadsbesluit vervolg/180 b een vergunning ingevolge een leefmilieuverordening op grond van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing is vereist en deze niet is verleend; c een aanlegvergunning op grond van het bestemmingsplan of op grond van een voorbereidingsbesluit is vereist en deze niet is verleend; d een vergunning als bedoeld in artikel 30 van de Huisves- tingswet is vereist en deze niet is verleend. Artikel 8.1.7 Intrekking sloopvergunning 1. Burgmeester en wethouders kunnen een sloopvergunning intrekken indien: a de vergunning is verleend tengevolge van onjuiste of onvol ledige opgave en gegevens; b binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de sloop vergunning geen begin met de werkzaamheden is gemaakt; c tussen het begin en het einde van de sloopwerkzaamheden deze werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken stilliggen; 2. Burgemeester en wethouders gaan niet over tot intrekking dan nadat zij de houder van de vergunning hebben gehoord. Paragraaf 2 Sloopmelding Artikel 8.2.1 Sloopmelding 1. In afwijking van artikel 8.1.1, eerste lid, is geen sloopvergun ning vereist voor het door of vanwege de bewoner/gebruiker van een woning, woonkeet, woonwagen of logiesverblijf en de op het erf van dat bouwwerk staande bouwwerken slopen van: a gelijmde asbest bevattende vloerbedekking; b gelijmde asbest bevattende vloertegels; c geschroefde hechtgebonden asbest bevattende bouwmaterialen, met dien verstande dat voor het verwijderen van deze bouw materialen, voor zover deze aan de buitenzijde van een bouwwerk zijn toegepast en bestaan uit platen, een maximum geldt van 35 m2 plaatoppervlakte, mits het voornemen tot dit slopen is gemeld bij burgemeester en wethouders en door burgemeester en wethouders binnen acht dagen na de dag waarop dit is gemeld is medegedeeld dat geen sloopver gunning is vereist. 2. Het voornemen tot slopen als bedoeld in het eerst lid moet worden gemeld met gebruikmaking van een door of namens burge rmeeste en wethouders vastgesteld formulier. 3. De melding en de daarbij behorende bescheiden moeten in 3-voud worden ingediend. 4. De melding en de daarbij behorende bescheiden moeten in het Nederlands worden gesteld. 5. In de melding moeten zijn opgenomen de plaats, het adres, de aard en het gebruik van het bouwwerk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1205