Raadsbesluit vervolg/ ving in de bouwverordening wordt het gesignaleerde hiaat opge vuld en is met het eisen van een gediplomeerd deskundig toe zichthouder asbest (DTA) getracht zo dicht mogelijk bij de bedoelingen van de wetgever te blijven. Overigens is de aanwe zigheid van een DTA ook vereist op grond van de arbeidsomstan dighedenwetgeving II Hoofdstuk 8 Slopen Hoofdstuk 8 komt te luiden als volgt: Algemeen Het hoofdstuk slopen dient ter uitvoering van het bepaalde in artikel 8, tweede lid, letter d, van de Woningwet en van het Asbest-verwijder- ringsbesluitIn dit hoofdstuk is een vergunningstelsel opgenomen voor het slopen. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden gericht op het specifieke sloopproject. Het voornaamste motief voor een uitgebreide sloopregeling in de bouwverordening is gelegen in een bewuster omgaan met afvalstoffen en het zoveel mogelijk hergebruiken van deze stoffen. Een regeling met hetzelfde motief gericht op het bouwafval staat in artikel 4.11. Naar de artikelsgewijze toelichting daarop verwijzen wij hier. Voordat werd gekozen voor het invoeren van een nieuwe beschikking, de sloopvergunning, is overwogen of het mogelijk is in de bouwverordening het selectief slopen, het scheiden en gescheiden afvoeren afdoende te regelen in algemeen geldende eisen. Gelet op de huidige stand van zaken en de toch zeer uiteenlopende sloopprojecten en locaties bleek dit niet haalbaar. Bovendien is een sloopvergunning voor het verwijderen van asbest - voor zover niet kan worden volstaan met een melding - in het Asbest-verwijderingsbesluit voorgeschreven Asbest In het Staatsblad van 17 juni 1993, nr. 290 is het Asbest-verwi jde ringsbesluit gepubliceerd. Het Asbest-verwijderingsbesluit is geba seerd op de Wet milieugevaarlijke stoffen en op de Woningwet. Dit besluit bevat regels voor de verwijdering van asbest bij het slopen van bouwwerken en het uit elkaar nemen van objecten. Het besluit heeft voor zover het betreft het slopen van bouwwerken geen directe werking voor de burger. Het besluit bevat een opdracht aan de gemeenteraad tot regelgeving in de plaatselijke bouwverordening. De voorschriften in de bouwverordening zijn bindend voor de burger. Het deel van het besluit dat gaat over bouwwerken is van kracht geworden op 18 juni 1993 (zie artikel 12 van het besluit). Artikel 8, negende lid van de Woningwet geeft de verplichting om dit deel van het besluit op te nemen in de bouwverordening. Met uitzondering van de voorschriften die betrekking hebben op onder zoek door een deskundig onderzoeksbedrijf zijn de overige delen van het besluit op 1 oktober 1993 van kracht geworden. Deze overige delen hebben geen betrekking op bouwwerken noch enig gevolg voor de bouwver ordening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1210