Raadsbesluit vervolg/ voorschrift op te nemen over het voorkomen van brand. Aanbevelingen Het opvolgen van de onderstaande aanbevelingen kan de externe veilig heid tijdens het slopen vergroten: vooroverleg waarin de externe veiligheid ter sprake komt; - voor de praktijk van aanbesteding is het van belang dat voor het moment dat sloopaannemers inschrijven op een sloopproject bekend is of een sloopveiligheidsplan wordt verlangd en wat de inhoud daarvan moet zijn. Een mogelijkheid is om in het bestek actie punten met betrekking tot de externe veiligheid op te nemen. (Deze aspecten worden niet als voorschrift aan de sloopvergun ning verbonden, omdat zij van privaatrechtelijke aard zijn) - zodra beschikbaar: procescertificering van sloopbedrijven (hieraan wordt momenteel gewerkt door de brancheorganisaties); - indien een gemeente onvoldoende ervaring/deskundigheid bezit op het gebied van sloopveiligheid, kan een externe deskundige worden ingeschakeld. In de bijlagen 5, 6 en 7 die zich achter de artikelsgewijze toelich ting bevinden, worden aandachtspunten vermeld voor het opstellen van een sloopveiligheidsplan. Leden 10 en 11 Het bepaalde in deze leden is een uitwerking van artikel 2, letter g, van het Asbestverwijderingsbesluit. Voorkomen wordt dat voor het slopen van een bouwwerk zowel een vergunning als een melding is vereist. Indien een deel van de sloopwerkzaamheden vergunningplichtig is en een deel meldingplichtig, is het geheel van de sloopwerkzaamhe den vergunningplichtig en is derhalve het meldingplichtige gedeelte begrepen in de sloopvergunning. Indien per abuis een vergunning wordt aangevraagd terwijl volstaan kan worden met een melding, wordt de aanvraag om sloopvergunning aange merkt als melding. Artikel 8.1.3 In behandeling nemen Lid 1 Indien niet alle vereiste gegevens bij de aanvraag om een beschikking worden ingediend, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. Dit is geregeld in artikel 4:5 van de Awb. Daarbij geldt wel de eis dat de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn de aanvraag aan te vullen. In artikel 8.1.3 is deze termijn gesteld op twee weken, nadat de aanvra ger is medegedeeld dat zijn aanvraag niet compleet is. Een dergelijke mededeling is een beschikking in de zin van de Awb. Zie voor een uitgebreide uiteenzetting over de procedure de toelich ting bij artikel 6.1.3. Het daar gestelde met betrekking tot de gebruiksvergunning geldt mutatis mutandis ook voor de sloopvergunning.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1220