Raadsbesluit vervolg/
aanvraag om sloopvergunning moet worden beslist, dan op de aanvraag om
bouwvergunning
Gelet op de samenhang van beide vergunning, kan het onder omstandighe
den de voorkeur verdienen de beslistermijn ter zake van de sloopver
gunning te overschrijden in afwachting van de beslissing op de aan
vraag om bouwvergunning. Ter zake van de aanvraag om sloopvergunning
gelden immers geen fatale termijnen. Zie hierover ook de toelichting
bij artikel 8.1.4.
Wanneer een bouwvergunning en een sloopvergunning nodig zijn voor één
acitiviteit zoals verbouwen en zowel een sloopveiligheidsplan als een
bouwveiligheidsplan wordt verlangd, kan een gecombineerd sloop- en
bouwveiligheisplan worden ingediend.
Zie voorts de toelichting bij artikel 8.1.2, eerste en tweede lid.
Artikel 8.1.6 Weigeren sloopvergunning
De weigeringsgronden vermeld in dit artikel zijn limitatief bedoeld.
Dezelfde andere voor het slopen vereiste vergunnigen als besproken bij
de aanhouding onder artikel 8.1.4, tweede lid, gelden hier als weige-
ringsgrond voor de sloopvergunning indien één van deze andere vergun
ningen is geweigerd. Op deze wijze wordt de sloopvergunning van de
bouwverordening het sluitstuk van het complex van vergunningen dat
nodig kan zijn voor het slopen van een bouwwerk.
Hoofdlijnen van de jurisprudentie
- Bezwaar tegen verleende sloopvergunning, omdat hiervoor de
zijgevel van de woning (bestaande uit kalkzandsteen) onbedekt
zal achterblijven. Schade ongeveer 15.000,VAR: vrees voor
schade geen reden tot schorsing. Gestelde voorwaarde over het
voorkomen is voldoende. Dergelijke schadegevallen dient verzoe
ker via privaatrechtelijk verhaal te regelen.
VZ ARRS, 3 december 1992, S03.92.4270.
Schorsing sloopvergunning. De gemeente heeft in casu op geen
enkele wijze verzekerd dat op korte termijn met de nieuwbouw een
aanvang kan worden genomen, aangezien het uitgeven in erfpacht
aan de vergunninghouder nog tot stand moet komen en voorts
verzoekers zich door middel van een executiegeschil verzetten
tegen de tenuitvoerlegging van het jegens hen gewezen ontrui-
mingsvonnis.
Opmerking: de aangehaalde bepaling van de Amsterdamse bouwveror
dening komt overeen met het tweede lid van artikel 8.1.6 MBV.
Vz. ARRS, 21 september 1992, Nrs. S03.92.3196 en S03.92.3232.
Tegen een vergunning voor de sloop van 26 woningen stelt derde-
belanghebbende dat de gemeente ten onrechte de weigeringsgrond
aantasting van het stads- of dorpsbeeld als bedoeld in het