Raadsbesluit vervolg/ tweede lid van artikel 8.6 (thans 8.1.6) ongebruikt heeft gelaten. Verzoekers hebben niet aannemelijk gemaakt dat verweer ders in het verleden voor minder belangrijke en het dorpsgezicht bepalende woningen een sloopvergunning hebben geweigerd. Voor een langdurige kaalslag behoeft niet te worden gevreesd daar inmiddels een bouwvergunning is aangevraagd voor de bouw van 32 bejaardenwoningen ter plaatse. Derhalve doet de genoemde weige- ringsgrond zich niet voor en vindt geen beoordeling plaats van de verbindendheid van dit tweede lid. Vz. ARRS, 14 september 1993, S03.93.3444, BR 1994, 319. Artikel 8.1.7 Intrekking sloopvergunning Voordat wordt besloten tot intrekking van een vergunning dient de houder van die vergunning te worden gehoord. Dit is een eis van zorgvuldigheid. Indien de houder aannemelijk kan maken dat hij binnen zeer afzienbare tijd met de werkzaamheden begint, of deze voortzet, kan dit een reden zijn een besluit tot intrekking nog niet te nemen. Paragraaf 2 Sloopmeling Artikel 8.2.1 Sloopmelding Algemeen De sloopmeling is geformaliseerd als een afwijking van de vergunnings plicht. Dit komt overeen met de formulering van artikel 42 ten opzich te van artikel 40 van de Woningwet, respectievelijk de meldingplichti- ge- en de vergunningplichtige bouwwerken. Dit betekent dat indien wordt gesloopt zonder mededeling naar aanleiding van een melding, terwijl deze wel is vereist, overtreding plaatsvindt van artikel 8.2.1 juncto artikel 8.1.1 van de Bouwverordening 1993. De systematiek van dit artikel is vergelijkbaar met die van artikel 3.1 over de melding voor het bouwen van een meldingplichtig bouwwerk. Er zijn twee belangrijke verschillen: 1. Na beoordeling van de melding delen burgemeester en wethouders degene die de melding heeft ingediend mede dat geen sloopvergun ning is vereist en dat mag worden gesloopt, of zij delen mede dat een sloopvergunning moet worden aangevraagd. Voor het doen van de mededeling naar aanleiding van een melding hebben burge meester en wethouders acht dagen de tijd. Deze termijn is een fatale termijn, dat wil zeggen indien de mededeling niet binnen acht dagen is gedaan verzendtheorie)is de mededeling van rechtswege gedaan. Om deze reden kan het eerste lid dus niet worden uitgelegd als zou geen mededeling betekenen geen toestem ming tot sloop. Indien het slopen op grond van een mededeling niet kan worden toegestaan moeten burgemeester en wethouders binnen acht dagen dit feit meedelen aan betrokkene. Anders mag het slopen toch nog gebeuren van rechtswege. 2. De houder van een mededeling is verplicht het gestelde in een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1223