Raadsbesluit vervolg/
door de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en
milieubeheer uitgegeven publikatie ter zake van het slopen van
asbest bevattende vloerbedekking, asbest bevattende vloertegels
en geschroefde asbestcementplaten in acht te nemen.
Dit betekent dat ook het verwijderen van deze materialen op
grond van een mededeling van rechtswege is gebonden aan een
ministeriële richtlijn.
Een melding als hier bedoeld is een aanvraag om een beschikking en dus
ook vatbaar voor bezwaar en beroep. Dat betekent dat deze melding
ingevolge artikel 4:1 van de Awb schriftelijk moet worden ingediend
bij het bevoegde bestuursorgaan, in dit geval burgemeester en wethou
ders. Daarbij moet ingevolge het zesde lid gebruik worden gemaakt van
de door burgemeester en wethouders vastgestelde formulieren.
Uitdrukkelijk is bepaald dat burgemeester en wethouders aan de medede
ling voorschriften kunnen verbinden.
De houder van de sloopvergunning is verplicht het werk op te dragen
aan een deskundig bedrijf. Degene die een mededeling als hiervoor
bedoeld heeft ontvangen mag zelf de sloopwerkzaamheden verrichten. Bij
het opstellen van de regels is hiervan uitgegaan. Daarbij is gekeken
naar de risico's voor degenen die in de woning verblijven en naar de
externe veiligheid (gezondheidsaspecten)Bij het ministerie van
volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer is in voorbe
reiding een "Landelijke richtlijn verwijderen, inzamelen, afvoeren en
storten van asbest afkomstig van huishoudens." Hierin zullen aanbeve
lingen worden gedaan over de manier waarop een particulier die zelf
sloopt zich van het asbest kan ontdoen.
Voor het zich ontdoen van het verpakte asbest staan thans drie moge
lijkheden open: zelf afvoeren naar een stortplaats of depot, door een
aannemer laten afvoeren en, indien de gemeente daarvoor een mogelijk
heid aanbiedt, meestal tegen betaling, meegeven met de inzameldienst
op vergelijkbare wijze als het grof huisvuil. Om te voorkomen dat
asbest "zoek raakt" verdient het aanbeveling dat de gemeente voor het
asbest afkomstig van particulieren een inzamelstructuur creëert,
waardoor ten minste op één van de vorenstaande wijze de particulier
zich van dit afval kan ontdoen.
lid 1
Primair is gedacht aan een woning, waar de bewoner zelf het asbest
verwijdert. Wanneer dit kan bij een woning, kan het ook gelden voor de
bijgebouwen of met de woning vergelijkbare bouwwerken. Daarom zijn
naast de woning ook genoemd het logiesverblijf (recreatiewoning), de
woonkeet en de woonwagen alsmede de op het daarbij behorende erf
staande bijgebouwen. Bij dit laatste kan worden gedacht aan berging,
garage, tuinhuisje e.d. Slechts wanneer ten gevolge van weersinvloeden
en ouderdom asbest in de buitenlucht is verweerd - bijvoorbeeld een
asbestcementgolfplatendak op een schuurtje - is het raadzaam dit niet
zelf te verwijderen, maar te laten verwijderen door een deskundig