4
Raadsvoorstel vervolg/^
gemeente in de handhaving van het vigerende bestemmingsplan Buiten
gebied en anderzijds het belang van de verzoeker m.b.t. permanente
bewoning van de houten woning aan de Groenstraat 150 te Breda, het
specifieke algemeen belang, zijnde handhaving van de plaatselijk
vigerende bestemming, van doorslaggevende betekenis moet worden
geacht;
dat op grond van de bovenstaande argumenten wordt voorgesteld het
verzoek om wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied af te
wijzen.
Consequenties
Juridische
Omdat er in dit geval sprake is van een beschikking in de zin van
artikel 1:3, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht en het verzoek
tot wijziging van het vigerende bestemmingsplan wordt afgewezen, heeft
de verzoeker de mogelijkheid om op grond van artikel 6:4 jo. artikel
7:1 van de vorengenoemde wet bij de raad een bezwaarschrift in te
dienen. Tegelijkertijd dan wel later in de procedure kan hij op grond
van artikel 8:81 van de meermalen genoemde wet de president van de
arrondissementsrechtbank verzoeken een voorlopige voorziening te
treffen.
Indien de raad in de heroverwegingsprocedure besluit over te gaan tot
het ongegrondverklaren van het ingediende bezwaarschrift, heeft de
bezwaarde de mogelijkheid op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet
bestuursrecht bij de arrondissementsrechtbank een beroepschrift in te
dienen. In laatste instantie kan dit in hoger beroep worden gevolgd
door het indienen van een beroepschrift bij de Afdeling bestuursrecht
spraak van de Raad van State.
Communicatie
niet van toepassing