6 Raadsvoorstel vervolg/182 2. R.M.L.C. Hooiidonk Bedenking De bedenking bevat de volgende onderdelen: 1. Het bestemmingsplan zou eerst vastgesteld moeten worden, voordat een bouwplan gemaakt wordt, terwijl het lijkt of het bestemmingsplan aan de wensen van de ontwikkelaar is aangepast. 2. Door de korte afstand van de appartementen op de bebouwing van de Ulvenhoutselaan ontstaat er een massieve wand, ingeklemd tussen Ulvenhoutselaan en de Mark, waardoor ook het feitelijke beeld (nu nog bepaald door een parkrand) verandert. 3. Door de bouw van de appartementen wordt het uitzicht geheel belem merd, het binnenvallende zonlicht wordt geblokkeerd en de privacy belemmerd. Een oplossing zou zijn 3 in plaats van 4 appartementen te bouwen. 4. Bezwaar tegen opnemen horecamogelijkheid alsmede zwembad bij villa. 5. De verzamelplaats van huisvuilcontainers is geprojecteerd langs de ontsluitingsweg, waarom niet bij iedereen voor de deur of aan het eind van de ontsluitingsweg? 6. De onoverzichtelijke situatie en de verkeersveiligheid bij de bocht van de Ulvenhoutselaan. 7. Onvoldoende parkeerplaatsen. Beoordeling 1. De uitgangspunten voor de gehele ontwikkeling van Valkrust zijn vastgelegd in de ontwikkelingsschets Zandberg-Ginneken. Deze ontwikke- lingsschets is op 26 januari 1993 door B&w vastgesteld. Hier is een geheel proces van overleg, zowel intern als extern met de overlegpart ners in het Ginneken aan vooraf gegaan, teneinde overeenstemming te bereiken over de uitgangspunten en randvoorwaarden. Rond dezelfde tijd zijn de eerste concepten voor een bouwplan voor de lokatie Valkrust besproken. Toen de contouren van het bouwplan duidelijker werden is voor Valkrust een ontwerp-bestemmingsplan opgesteld, waarbij de reeds vastgestelde uitgangspunten en randvoorwaarden uit de ontwikkelings schets Zandberg-Ginneken specifiek in bestemmingsplanvoorschriften zijn vastgelegd. Het ontwerp-bestemmingsplan is voorts in procedure gebracht en aan de overleginstanties toegestuurd en vervolgens is het voorliggende, definitieve bouwplan ontwikkeld. De wettelijke anticipatiemogelijkheid van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening maakt het mogelijk een bouwvergunning af te geven, nadat van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant een verklaring Bil

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1249