7 Raadsvoorstel vervolg/ 182 van geen bezwaar is afgegeven, waarbij het op de ontwikkelingsschets Zandberg-Ginneken gebaseerde bestemmingsplan het planologisch beoorde- lings- en toetsingskader is. 2. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van de buitenplaats Valkrust is dat de bomen cq. de bomengroepen langs de randen van het park volledig behouden blijven. Het zicht vanaf de Ulvenhoutselaan en van de zijde van de Mark verandert daardoor niet in essentie. De woonblokken liggen sterk verscholen in het park achter deze zware bomenranden. 3. De 4 bouwblokken komen los van elkaar te staan in de parkrand en zullen geen massieve wand vormen of ingeklemd zijn tussen de Mark en de Ulvenhoutselaan. Tussen de bouwblokken en het pand van reclamant blijft een brede parkrand bij de Ulvenhoutselaan aanwezig op een afstand zodanig dat noch het uitzicht vanuit het pand noch het binnen vallende zonlicht tengevolge van de bouwblokken wordt belemmerd. De aanwezige bomen zijn hoger dan de te realiseren bouwblokken en staan dichter op het pand van reclamant, waardoor deze eerder het zicht en het zonlicht zullen belemmeren. 4. De horecabestemming zal vervallen (zie ook bij reclamant 1 onder beoordeling nr. 2). Bij reclamant 1 is reeds ingegaan op de mogelijkheid van het zwembad (zie reclamant 1 onder beoordeling nr. 4). 5. De voorkeur gaat uit naar een centrale verzamelplaats van het huisvuil zodat de vuilniswagen middels 1 x stoppen langs de weg (op de halve cirkel) het vuil kan inladen; dit levert tijdwinst op en is milieuvriendelijker. Vervolgens is van belang dat het profiel van de ontsluitingsweg niet ontworpen is op vrachtauto's en hiervoor is ook niet gekozen omdat het profiel dan breder moet zijn en de cirkel een grotere schaal dient te krijgen. Gezien het karakter van het park en het behoud van groen is ervoor gekozen om verhardingen te minimaliseren. Tenslotte wordt de verzamelplaats omgeven door een houtwal, welke nauwelijks zichtbaar is vanuit de Ulvenhoutselaan. 6. Bij reclamant 1 onder beoordeling nr. 6 is reeds uitvoerig ingegaan op de ontsluiting, de overzichtelijkheid en de verkeersveiligheid en hiernaar wordt verwezen. 7. Het parkeerbeleid wordt, naast het bieden van goede vervoersalter- natieven, als een sturend instrument beschouwd om de groei van het, niet-noodzakelijke, autogebruik te beperken. Hiertoe is in december 1993 de SW-deelnota "Navigeren in parkeren" door de gemeenteraad vastgesteld. Eén van de instrumenten van een stringent parkeerbeleid zijn aange scherpte (maximale) parkeernormen bij nieuwe bouwlokaties. Dergelijke normen worden ook door de provincie als toets gehanteerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1250