11
Raadsvoorstel vervolg/ 182
om de verkeersintensiteiten te reduceren.
B.6. De veranderde ontsluitingsweg, zoals deze is doorgevoerd na de
inspraakavond, is geen verbetering en er is geen rekening gehouden met
de gevaarlijke verkeerssituatie ter plekke. Een ontsluitingsweg met
een verkeersremmende kromming, welke versie tijdens de inspraakavond
te zien geweest is, heeft de voorkeur van de omwonenden.
De nieuwe ontsluitingsweg geeft ook onzekerheid over het aantal te
rooien bomen.
B.7. De standaardnorm voor het aantal parkeerplaatsen is voor deze
lokatie met inkomens hoger dan modaal geen goed uitgangspunt; er
zullen meer auto's zijn dan de norm en dus zal er parkeeroverlast
optreden.
B.8. Opnemen horecavoorziening in relatie tot het aantal parkeerplaat
sen.
B.9. Verschil van mening over hoogte van de bomen.
B.10. Onduidelijkheid ten aanzien van groenvoorziening, accent van het
bestemmingsplan ligt op de bebouwing doch het bestemmingsplan behelst
het gehele park.
Gegevens over de te rooien bomen ontbreken in verband met anders
gesitueerde ontsluitingsweg.
B.ll. Enkele bomen staan dicht op de rooilijnen en er wordt gevreesd
dat deze tijdens de bouw (door gebruik machines en steigers) alsnog
zullen verdwijnen.
B.12. Omwonenden willen weten wie de eigenaar is, zodat men weet tegen
wie men moet ageren in geval van onrechtmatig rooien dan wel beschadi
gen van bomen.
B.13. In de bouwvergunning wordt middels een clausule een herplant
plicht geëist voor bomen die alsnog verdwijnen terwijl ze als blijvend
zijn aangegeven.
B.14. Bezwaar tegen situering huisvuilcontainers en voorgesteld wordt
om deze aan het eind van de ontsluitingsweg te situeren.
Beoordeling
A.l. In artikel 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening staan
termijnen aangegeven waaraan wij gebonden zijn ten aanzien van de
start van een tervisielegging, vanaf het moment van indiening van het
ontvankelijke bouwplan. Ook wij constateren dat de termijn van tervi
sielegging ongelukkig genoeg plaatsvindt in de vakantieperiode, echter
alle op de inspraak aanwezige belangstellenden hebben wij apart het
concept-inspraakverslag toegezonden alsmede per brief d.d. 6 juli 1994