3
Raadsvoorstel vervolg/183
Besluitvorming Breda, Provincie en België tot nu toe
Bij het uitkomen van de eerBte HSL-nota op 28 maart 1991, kent de HSL
diverse trajecten en varianten. Voor Brabant is met name de H-variant
in beeld, het traject over de Haringvlietbrug. Voor de gemeente Breda
is er geen aanleiding om ongerust te worden. Het standpunt van het
College d.d. 5 juni 1991* is dat Breda niet direct betrokken is bij de
aanleg van de HSL gezien het feit dat het F-tracé langs de A16 voor
België onbespreekbaar is en in de nota niet verder wordt uitgewerkt.
Het College gaat er wel vanuit bij de verdere discussie betrokken te
worden, mocht het F-tracé alsnog in beeld komen.
Als blijkt dat de Provincie in haar reactie op de HSL-nota pleit voor
verdere uitwerking van het F-tracé, stuurt de gemeente op 26 juni 1991
een brief* aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, waarin zij een
HSL-tracé langs de A16 afwijst. Gesteld wordt dat een nader beraad pas
zinvol wordt geacht als er harde toezeggingen omtrent het medegebruik
worden gedaan. Een kopie van deze brief wordt op 27 juni 1991* even
eens verzonden aan de Inspraakcommissie.
Halverwege 1993 wordt na een lange periode van studie en overleg dui
delijk dat zich een voorkeur voor het F-tracé begint af te tekenen.
Naar aanleiding daarvan stuurt het College op 27 september 1993 een -
brief* naar de Minister van Verkeer en Waterstaat waarin wordt gesteld
dat Breda onoverkomelijke bezwaren heeft tegen het F-tracé. Met name
wordt gewezen op de grote barrièrewerking en de doorsnijding van
huidige en toekomstige bedrijventerreinen.
De Provincie Noord-Brabant heeft inmiddels een officiële reactie op de
Nieuwe HSL-nota uitgebracht*. De Provincie had gevraagd om een nadere
studie naar de mogelijkheden van een HSL over bestaand spoor. De
conclusie van dit nadere onderzoek, waarbij de Provincie zich aan
sluit, is dat dit tot onoverkomenlijke problemen leidt.
Op basis van een integrale beoordeling van effecten van de verschil
lende tracé-varianten ten zuiden van Rotterdam spreekt de Provincie
een nadrukkelijke voorkeur uit voor tracé F langs Breda (met als be
spreekbaar alternatief tracé H of FH). Er wordt gesteld dat tracé F
door medegebruik een verbetering van de externe bereikbaarheid van de
stadsregio Breda betekent en een stimulanB oplevert voor de realise
ring van het spoorzone-pro jectHet tracé heeft een meerwaarde op
ruimtelijk, vervoerskundig en regionaal-economisch gebied, niet alleen
voor Breda maar ook voor de overige knooppunten op de Brabantse ste-
denrijDit alles onder de voorwaarde van voldoende compenserende en
mitigerende maatregelen (waarvoor voorstellen worden gedaan).
Door België wordt een tracering langs de A16 nog steeds formeel onbe
spreekbaar geacht.