>w
Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1994/185
Registratienummer 947003892
Dienst/afdeling RO-EZ/WAM
Aantal bijlagen 1-
Betreft: RESTAURATIE MARTINUSTOREN PRINCENHAGE
Inleiding
Op 21 maart 1991 is een aanvang gemaakt met de restauratie van het
schip van de kerk van St. Martinus te Princenhage. Tijdens die restau
ratie is naar voren gekomen dat de toren van de kerk, voor wat betreft
het interne gedeelte dat aansluit bij het schip, gerestaureerd diende
te worden. De toren is eigendom van de gemeente Breda. Bij een nader
ingesteld onderzoek medio oktober 1991, bleek dat de toren extern vele
gebreken vertoonde en gerestaureerd moest worden. Door de raad is ten
behoeve van deze restauratie een krediet vasrgesteld van 796.000,
De restauratie werkzaamheden aan de toren zijn september 1993 aange
vangen en zullen oktober 1994 zijn afgerond.
Gedurende de restauratie zijn een aantal onvoorziene (in economisch
opzicht) noodzakelijk uit te voeren werkzaamheden aan het licht
gekomen. Deze werkzaamheden zijn in de raadscommissie van 14 juni 1994
door de portefeuillewethouder aan de commissie kenbaar gemaakt.
Dit voorstel vraagt om een aanvullend krediet voor de uit te voeren en
uitgevoerde werkzaamheden.
Voorstel
1. Een aanvullend krediet ter beschikking te stellen van ƒ.94.000,
ten behoeve van de restauratie van de toren van de Martinuskerk te
Princenhage;
2. Dit aanvullend krediet ten laste te brengen van het restant inves
teringsvolume 1994 ten behoeve van monumenten van de dienst Ruimte
lijke Ordening en Economische Zaken;
3. In verband met onder punt l.en 2. bepaalde, de begrotingen van de
dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken en Concern, beide
voor het dienstjaar 1994 te wijzigen overeenkomstig de daartoe
strekkende besluiten.
Motivering/Toelichting
De aanvraag van het aanvullend krediet ten behoeve van de restauratie
van de Martinustoren was gebaseerd op een inspectie door de afdeling
bouw-en woningtoezicht en de betrokken aannemer. Dit rapport is ter
visie gelegd.Deze inspectie is uitgevoerd met de ter beschikking
staande mogelijkheden. Deze mogelijkheden waren zeer beperkt.
Bij de feitelijke restauratie was het eerst mogelijk meer gede-
taillleerde opname van de uit te voeren werkzaamheden te maken, het
geen geleid heeft tot het constateren van verborgen gebreken dan wel