2
Raadsvoorstel vervolg/
Motivering/Toelichting
In het Groenstructuurplan voor de binnenstad, vastgesteld in mei 1982,
wordt als één van de beleidslijnen aangegeven dat de herstructurering
en herinrichting van openbaar groen bekostigd dient te worden uit de
verkoop van "voor de structuur minder bepalende elementen"
In het Groenstructuurplan (GSP) van 1986 wordt deze beleidslijn
gecontinueerd
Naar aanleiding van het GSP zijn in het collegebesluit van 10 december
1982 nadere financiële beheerregels vastgesteld met betrekking tot de
verkoop van openbaar groen c.q. aanwending van vrijkomende investerin
gen.
Omdat goede privatiseringscriteria ontbreken en de procedure bij het
voornemen tot privatisering onvoldoende helder is heeft er tot op
heden een onvoldoende afweging van belangen plaats gevonden. Het is
daarom gewenst de privatiseringscriteria en -procedure nader te
omschrijven. In de notitie wordt hierop nader ingegaan. Voorgesteld
wordt in stemmen met deze notitie
Bij het opstellen van criteria is overigens nadrukkelijk rekening
gehouden met het feit dat de per 1 oktober 1992 in werking getreden
herziene Woningwet veel minder mogelijkheden kent om nadere eisen te
stellen aan het gebruik van de geprivatiseerde grond. Met betrekking
tot het opstellen van deze criteria is hiermee rekening gehouden.
Een bijkomend aspect is dat in de op te stellen bestemmingsplannen een
globale eindbestemming wordt toegepast, in plaats van - zoals in het
verleden - een gedetailleerde bestemming. Dit kan tot situaties leiden
dat op geprivatiseerde locaties (een vorm van) bebouwing moet worden
toegestaan. De model-bestemmingsplanregeling geeft weliswaar aan dat
bijgebouwen alleen maar achter de voorgevelrooilijn mogen worden
gebouwd, maar deze rooilijn is niet op de plankaart aangegeven, om te
vermijden dat de globaliteit van het plan verloren gaat. Ook de
opgenomen definitie van de voorgevelrooilijn in de model-bestemmings
planregeling kan niet alle probleemgevallen oplossen. Deze probleemge
vallen zijn vooral gelegen in straten waaraan (vrijwel) uitsluitend
zijgevels zijn gelegen. Het is gewenst dergelijke problemen in de
toekomst uit te sluiten door in de globale bestemmingsplannen de
voorgevelrooilijn nader te specificeren, in die zin dat in straten
waaraan uitsluitend zijgevels zijn gelegen, de lijn door die zijgevels
als voorgevelrooilijn aan te merken.
Uit de evaluatie van het GSP (1992) blijkt dat er slechts een beperkte
areaalvermindering heeft plaatsgevonden. Deze beperkte areaalverminde
ring is zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de geringe bekendheid van
de privatiseringsmogelijkheden.
Om meer bekendheid te geven aan de mogelijkheid van privatisering van
snippergroen is in het kader van de evaluatie van het GSP besloten tot
het opstellen van privatiseringskaarten.