Probleemstelling en doel
Artikel 7.10, lid 1, onder a van de Wm:
Een MER bevat ten minste: "een besclvijving van hetgeen met de voorgenomen activiteit
wordt beoogd."
De achtergrond van het huidige initiatief dient beschreven te worden en
uit te monden in een probleemstelling. Bij de beschrijving van de pro
bleemstelling dient onderscheid gemaakt te worden tussen het gebruik
voor sportevenementen en voor andere evenementen voor het stadion zelf
en de directe omgeving (parkeerterrein) ervan. Welke behoefte bestaat er
aan dergelijke evenementen ln de onderhavige voorziening?
Nader aangegeven dient te worden, welke relatie bestaat met aanliggende
perifere detailhandel en commerciële bedrijfsterreinen. Dit geldt voor
onder andere het verkeerssysteem (ontsluiting, parkeren), maar ook voor
een milieuzorgsysteem (waterberging, energievoorziening).
In het MER zal een toetsing plaatsvinden van de criteria die tot de
locatiekeuze hebben geleid (startnotitie, pag. 7). Daarbij dient ook aan
dacht te worden besteed aan:
de ruimtebehoefte in relatie tot de nlet-stadiongebonden activiteiten
(was de keuze mogelijk anders uitgevallen als het alleen om een
stadion ging?);
de wijze waarop negatieve consequenties, zoals de afbraak van (mo
numentale) woningen, zijn meegewogen.
Geef hierbij een motivering voor het nlet-handhaven van (een deel van)
de bestaande bebouwing in de voorgenomen activiteit.
Het doel van het voornemen moet concreet en duidelijk worden omschre
ven. Hierbij dient expliciet te worden aangegeven in hoeverre, en zoja
welke, milieudoelen worden nagestreefd.
Met betrekking tot de belangrijkste milieu-aspecten dient het MER in te
gaan op de doelstellingen die de initiatiefnemer zichzelf stelt om de
milieubelasting zoveel mogelijk te beperken (vervoermanagement, materi
aalgebruik, milieuzorg e.d.) en waar mogelijk positieve milieu-effecten te
versterken. Deze doelstellingen kunnen de basis vormen voor een op te
stellen milieuzorgsysteem voor het stadion en naaste omgeving.
Dankzij de situering aan een van de hoofdtoegangswegen tot Breda en
dankzij de aard van de voorgenomen activiteit kan het geplande stadion
een herkenningspunt in de stedebouwkundige structuur van Breda gaan
vormen. De Commissie meent dan ook dat het voornemen zich goed
leent voor een symboolfunctie van het gemeentelijk milieu-beleid: in de
planvorming en -uitvoering van het project dienen daartoe uitgangspun
ten van "duurzaam bouwen", efficiënt ruimtegebruik, terugdringing van
(auto)moblliteit e.d. te worden betrokken.