5. Bestaande toestand en autonome ontwikkeling van het
milieu
5.1 Geluid
energiebesparing door bijvoorbeeld energiebesparingssystemen, warmte
krachtkoppeling en gebruik van zonne-energie;
optimale aansluiting bij de (gewenste) ecologische infrastructuur en de
stedelijke groenstructuur; voorzieningen voor broedgelegenheden voor
vogelsoorten.
Artikel 7.10, lid 1, onder d van de Wm:
Een MER bevat ten minste: "een beschrijving van de bestaande toestand van hét milieu,
voor zover de voorgenomen activiteit oj de beschreven alternatieven daarvoor gevolgen kun
nen hebben, alsmede van de te verwachten ontwikkeling van dat milieu. Indien de activiteit
noch de alternatieven wonden ondernomen."
De beschrijving van de bestaande toestand van het milieu en de te ver
wachten (autonome) ontwikkelingen indien de voorgenomen activiteit niet
wordt gerealiseerd (nul-situatie), dient als referentiekader voor de beoor
deling van de gevolgen van de voorgenomen activiteit en de alternatieven.
Ook de directe omgeving van het gebied dient bij de beschrijving te
worden betrokken indien en voor zover daarin veranderingen te verwach
ten zijn. Dit betekent dat het studiegebied voor de diverse aspecten
verschillend van grootte kan zijn.
De basis van de beschrijvingen wordt gevormd door bestaande literatuur-
en veldgegevens.
Een gedetailleerde kaart van het studiegebied en een overzichtskaart van
de omgeving zijn hierbij van belang.
Bij de beschrijving van de autonome ontwikkeling behoren de mogelijke
(na-ijltngs)effecten te worden betrokken van inmiddels voltooide of nog
lopende activiteiten (inzake woningbouw, recreatie, bedrijfsvestigingen en
dergelijke) alsmede van activiteiten waarvan redelijkerwijs is te voorzien,
dat zij zullen worden uitgevoerd.
Bij de beschrijving van de bestaande toestand van het milieu en de
ontwikkelingen daarvan zal het MER, voor zover relevant en van belang
voor de beslissingen, aandacht moeten besteden aan de volgende aspec
ten.
Bij de relevante geluidgevoelige bestemmingen in de omgeving dienen
voor de bestaande situatie te worden bepaald:
het referentieniveau van het omgevingsgeluid, zijnde de hoogste
waarde van het Lgg van het omgevingsgeluid of het Lcq van zonerings-
plichtig wegverkeer minus 10 dB(A);
wegverkeerslawaaibelasting;
-10-