6
Raadsbesluit vervolg/ 1 9 7
Artikel 21
1Indien de belanghebbende aanspraak heeft op een pensioen op grond van de Algemene
burgerlijke pensioenwet berekend naar een algemene invaliditeit van minder dan 80%,
dan wel - na afloop van het tijdvak, bedoeld in artikel 20, eerste lid - aanspraak heeft
op een uitkering op grond van artikel El8, dan wel een uitkering op grond van de Wet
op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, die minder bedraagt dan 70% van de bezol
diging, wordt het geldende bedrag van de uitkering, toegekend ter zake van hetzelfde
ontslag, met het hierna genoemde percentage verminderd. Deze vermindering bedraagt
bij een invaliditeitsgraad van:
65% tot 80%: 80%
55% tot 65%: 60%
45% tot 55%: 50%
35% tot 45%: 40%
25% tot 35%: 30%
15% tot 25%: 20%
minder dan 15%: 0%
2. De som van het in de eerste volzin bedoelde pensioen dan wel de uitkering en de
verminderde uitkering bedraagt voorts niet meer dan de onverminderde uitkering die
wordt genoten indien er geen sprake is van samenloop. Ingeval van overschrijding
wordt het overschrijdende bedrag op de uitkering in mindering gebracht.
Artikel 22 komt als volgt te luiden:
Artikel 22
Indien de belanghebbende aanspraken krijgt op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet
of de Ziektewet, worden gedurende de termijn waarover die aanspraken bestaan, de op grond
van deze regeling toegekende uitkeringen niet uitbetaald.
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1Het eerste lid, onderdeel a, vervalt en de onderdelen b tot en met d worden geletterd a
tot en met c.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het recht op uitkering eindigt met ingang van de eerste dag van de tweede maand
volgende op die waarin de betrokkene in de zin van artikel El of artikel U15 van
de pensioenwet uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is ver
klaard de betrekking te vervullen waaruit hij met recht op uitkering is ontslagen,
waarbij een pensioen is berekend naar een algemene invaliditeit van 80% of
meer. Artikel 4, achtste lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstan
de dat van deze uitkering de duur, voor zover deze wordt bepaald aan de hand
van artikel 6, en de hoogte worden vastgesteld te rekenen vanaf de datum van
ontslag.
Onder vernummering van artikel 29 tot artikel 30 wordt een nieuw artikel 29 toegevoegd,
luidende:
sil