H 1-36 TOELICHTING ALGEMEEN
vrage van 28 januari 1992, op 23 april 1992 advies uitgebracht.1 Aan de
opmerkingen van de Arboraad wordt in het navolgende aandacht besteed.
Voorzover bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet reeds is voor
zien in hetgeen de richtlijn als minimumvoorschrift vereist, wordt zulks in
dit besluit achterwege gelaten. Artikel 3 van de richtlijn schrijft de werk
gevers voor de werkplek te analyseren teneinde de risico's voor de veilig
heid en de gezondheid van de werknemers te evalueren, met name inzake
eventuele risico's voor het gezichtsvermogen en de problemen van licha
melijke en geestelijke belasting. Aan deze verplichting koppelt het tweede
lid van artikel 3 van de richtlijn de verplichting zonodig maatregelen te
treffen om de risico's te ondervangen. Artikel 6, derde lid, onder avan de
kaderrichtlijn legt de werkgevers eveneens de verplichting op de risico's
voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te evalueren en
zonodig maatregelen te nemen om de risico's te ondervangen. De Arbeids
omstandighedenwet voorziet thans niet in een dergelijke analyse. In dit
verband wordt gewezen op het feit dat de bedoelde analyse geacht wordt
deel uit te maken van de inventarisatie en evaluatie, zoals neergelegd in
artikel 6 van de kaderrichtlijn, welk artikel geïmplementeerd zal worden in
het nieuwe artikel 4 van de Arbeidsomstandighedenwet (Voorstel van wet
houdende wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de
tenuitvoerlegging van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeen
schappen van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatrege
len ter bevordering van de veiligheid en de gezondheid van werknemers
op het werk en in verband met enige andere onderwerpen, Tweede Kamer
1992-1993, 22 898, hierna te noemen het kaderwetsvoorstel). Volgens het
eerste lid van dit nieuwe artikel 4 zal een inventarisatie en evaluatie van
alle gevaren die de arbeid voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn
van de werknemers met zich mee brengt, moeten worden uitgevoerd.
Daarbij zal moeten zijn aangegeven welke maatregelen ter zake zullen
moeten worden genomen. Ten aanzien van arbeid aan een beeldscherm
geeft artikel 3, eerste lid van de richtlijn een uitgewerkte omschrijving van
hetgeen een inventarisatie en evaluatie dient in te houden ten aanzien van
arbeid aan een beeldscherm. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat pas
sende maatregelen moeten worden genomen om de vastgestelde risico's te
ondervangen, rekening houdend met de samenvoeging en de combinatie
van de gevolgen van de vastgestelde risico's. Dit besluit zal eerder in wer
king treden dan het kaderwetsvoorstel. In verband daarmee is in artikel 3
de verplichting tot inventarisatie en evaluatie opgenomen. Daarnaast is
1 Advies ontwerp-ArbobcsIuit beeldschermwerk, Publicatie nr. 72.
H 1-36 toel. alg.-2
AW 44/36