faciliteiten. Deze kosten dienen, ingevolge artikel 9, vierde lid, van de richtlijn, voor rekening van de werkgevers te komen. Overigens kan met betrekking tot het kostenaspect nog worden opgemerkt dat veel bedrijfsge zondheidsdiensten reeds beschikken over dusdanige apparatuur, dat daar mee op eenvoudige wijze en in korte tijd oogfuncties kunnen worden beoordeeld. Naar verwachting zal slechts in een klein aantal gevallen (bij vermoeden van oogziekten) vervolgens doorverwijzing naar een oogarts plaatsvinden (kosten voor een consult bedragen thans ongeveer 100,-), terwijl voor bepaling van de behoefte aan oogcorrectie de opticien kan worden geconsulteerd (kosten ongeveer 30,-). De kostprijs van een beeldschermbril bedraagt veelal tussen de 400,- en 500,-. Voor perso neel werkzaam bij het ministerie van Binnenlandse Zaken bestaat een re geling voor vergoeding van brillen die met het oog op beeldschermarbeid zijn aangeschaft; de gebruiker krijgt daarvoor een bedrag tot 400,- ver goed, aldus het Handboek Personele Zaken van het ministerie van Binnen landse Zaken. Overige kosten van betekenis voor de overheid en de burger komen uit het onderhavige besluit niet voort. De onderhavige regelgeving vertoont voorts geen overlapping met andere bestaande of in voorberei ding zijnde regelgeving. Voor de uitvoering van de onderhavige regelge ving worden geen nieuwe publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organen in het leven geroepen, terwijl evenmin nieuwe bestuursinstrumenten in het leven worden geroepen. Zoals hiervoor al is uiteengezet dient het districts hoofd van de arbeidsinspectie toe te zien op naleving van het onderhavige besluit. Gevolgen voor het justitiële apparaat heeft dit besluit niet. Voorpublikatie Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet is de ontwerp-tekst van het onderhavige besluit voorgepubliceerd in de Staatscourant van 29 juli 1992. Naar aanleiding daarvan zijn geen reacties binnengekomen. H 1-36 toel. a!g.-5 H 1-36 TOELICHTING ALGEMEEN AW 44/39

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1403