kunnen hinderen. Voorts moet het contrast tussen de tekens en de achter
grond gemakkelijk door de gebruiker kunnen worden bijgesteld en aange
past aan de verlichting van de omgeving. Het beeldscherm moet eenvou
dig zijn te kantelen en te verstellen, zodat de gebruiker het hoofd niet te
veel hoeft te draaien of in een ongemakkelijke stand hoeft te houden. Hier
bij kan een instelbare tafel of een afzonderlijke voet voor het beeldscherm
dienst doen. Daarnaast is een belangrijk hulpmiddel een stabiele en instel
bare documenthouder. Het toetsenbord mag geen geheel vormen met het
beeldscherm en moet hellend kunnen worden geplaatst, teneinde voor de
gebruiker een comfortabele houding mogelijk te maken die geen ver
moeidheid in handen en armen veroorzaakt. Vóór het toetsenbord moet
voldoende ruimte zijn om steun te bieden voor handen en armen van de
gebruiker. Het oppervlak van het toetsenbord moet, ter voorkoming van
spiegelingen, mat zijn uitgevoerd. De indeling van het toetsenbord en de
vorm van de toetsen moeten het gebruik van de apparatuur vergemakkelij
ken. De werktafel of het werkvlak mag niet spiegelen, en moet voldoende
ruimte bieden voor een flexibele opstelling van de beeldschermapparatuur
en andere benodigdheden. De werktafel moet voldoende ruimte bieden om
een comfortabele houding mogelijk te maken. De werkstoel moet stabiel
zijn, moet de gebruiker bewegingsvrijheid geven en moet een comfortabe
le werkhouding verschaffen. De zitting van de stoel moet in hoogte ver
stelbaar zijn en, indien de gebruiker dit wenst, moet een voetsteun worden
aangebracht.
Voor de omgeving worden de volgende voorschriften gegeven. De werk
plek moet, wat afmetingen en inrichting betreft, voldoende plaats bieden
voor een comfortabele werkhouding en om veranderingen van houding en
werkbewegingen mogelijk te maken. De verlichting moet zodanig zijn dat
de algemene en/of gerichte verlichting (werklampen) zorgen voor vol
doende verlichting en een passend contrast tussen beeldschermen en om
geving, rekening houdende met de aard van het werk en de visuele behoef
ten van de gebruiker. Voorts zijn er minimumvoorschriften die specifiek
betrekking hebben op met name het vermijden van reflectie op het beeld
scherm. Geluid en warmte, voortgebracht door de apparatuur, mogen niet
hinderlijk zijn voor de gebruikers. Eventuele straling, met uitzondering
van het zichtbare deel van het elektromagnetisch spectrum, moet worden
verminderd tot uit het oogpunt van de bescherming van de veiligheid en de
gezondheid van de werknemers verwaarloosbare niveaus. Vooralsnog
wordt overigens niet aangenomen dat straling van beeldschermapparatuur
schadelijke gevolgen voor de veiligheid en de gezondheid van de gebrui
kers van de apparatuur oplevert. Op de werkplek dient voorts een toerei
kende vochtigheidsgraad te worden gecreëerd en gehandhaafd.
i
f
H 1-36 TOELICHTING OP DE ARTIKELEN
aw 44/47 H 1-36 toel. art.-7
i