11
Raadsbesluit vervolg/ 203
Wet op de
kansspelen;
speelauto
maten
c. het aanwijzen van een "broodjeszaak", "bar"
of "nachtbar" als bedoeld in artikel 9,
tweede, derde en vierde lid van de Drank
en Horecaverordening 1991 123,05
De leges bedragen ter zake van het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van;
a. een vergunning als bedoeld in artikel 3,
eerste lid, van de Drank- en Horecawet voor
het exploiteren van een horecabedrijf 229,35
b. een ontheffing als bedoeld in artikel 38,
tweede lid van de Drank- en Horecawet voor
het schenken van zwakalcoholhoudende dranken
bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke
aard 89,20
c. een ontheffing leeftijdeis, inrichtingseisen
e.d. als bedoeld in de artikelen 37, 39, 40,
43 en 44 van de Drank- en Horecawet 129,95
Artikel 25
1. De leges bedragen ter zake van het in behandeling
nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een
aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b
van de Wet op de kansspelen (het aanwezig hebben
van kansspeelautomaten in, de in artikel 30c,
eerste lid, onder a, b en c van de Wet op de kans
spelen bedoelde inrichtingen) voor een tijdvak
van 12 maanden;
a. indien de vergunning betrekking heeft op één
speelautomaat 125,
b. indien de vergunning betrekking heeft op twee
of meer speelautomaten:
voor de eerste speelautomaat 125,
vermeerderd met 75,voor elke volgende
speelautomaat
2. Indien de aanwezigheidsvergunning geldt voor een
tijdvak korter dan 12 maanden of langer dan 12
maanden doch ten hoogste 4 jaar, is het eerste
lid overeenkomstig van toepassing met dien ver
stande dat de in het eerste lid bedoelde bedragen
naar evenredigheid van het verschil in looptijd
van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk ver
hoogd worden.
3. Indien de aanwezigheidsvergunning geldt voor een
tijdvak van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde
tijd, bedragen de leges voor het in behandeling
van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning
als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kans
spelen: