14
Raadsbesluit vervolg/ 203
f. inrichtingen met opslag van brandbare
vloeistoffen (met uitzondering van de on
der e genoemde opslagplaatsen) alsmede
van vloeistoffen met een pH lager dan 5
of hoger dan 9 met een gezamenlijke in
houd van:
0,5 m3 of meer doch niet meer dan 3 m3 608,60
voor de hoeveelheid boven de 3 m3 wordt
het bedrag als volgt verhoogd:
4' t/m 50c m3, per m3 30,43
51° t/m 1.000° m3, per m3 6,08
voor elke volgende m3 0,60
g. inrichtingen bestaande uit een of meer
bedrijfsgebouwen en bedrijfsterreinen die
worden gebruikt in de zin van categorie
8.1b tot en met e van bijlage I van het
Inrichtingen- en vergunningenbesluit
milieubeheer:
niet meer dan 250 m2 608,60
vermeerderd met 1,22 voor elke m2 boven
de 250 m2
h. inrichtingen bestaande uit een of meer be
drijfsgebouwen en bedrijfsterreinen die
gebruikt worden voor werkzaamheden als ge
noemd in de categorieën 12 en 13 van bijlage
I van het Inrichtingen- en vergunningenbe
sluit milieubeheer:
met een oppervlakte niet meer dan 1.000 m2 1.218,50
voor elke m2 boven de 1.000 m2 1,22
i. inrichtingen met een of meerdere stookin-
stallaties met een of een gezamenlijk ver
mogen van:
130 kW of meer doch niet meer dan 1.000 kW 1.218,50
voor elke kW boven de 1.000 kW, per kW 0,54
Rekening houdend met een rendement van de
stookinstallatie van 0,80 wordt voor de
bepaling van het vermogen het volgende ver
band tussen belasting en vermogen in aan
merking genomen:
Belasting per uur vermogen vermogen
in kW in Mcal/uur
1 kg steenkool/cokes 6 5,1
1 kg stookolie 8,9 7,6
1 m3 aardgas 6,7 5,7
jinrichtingen die vallen onder categoriën
18 en 19 van bijlage I van het Inrichtin
gen- en vergunningenbesluit milieubeheer 1.080,
indien sprake is van een discotheek of een