33 Raadsbesluit vervolg/ 203 Artikel 49 Termijnen van betaling 1. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 48: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennis geving. 2. Indien het bedrag dat vermoedelijk gevorderd zal worden zulks rechtvaardigt, kan een voorlopig bedrag gevorderd worden. Artikel 50 Vrijstelling invorderings- rente bij uitstel van betaling Ingeval op grond van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend, wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze voor alle op één kennisgeving vermelde gevorderde bedragen gerekend over de volledige loop tijd van het genoten uitstel in totaal een bedrag van 50, niet te boven gaat. HOOFDSTUK VI DELEGATIE Artikel 51 Nakoming van verplich tingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gel den mede jegens de door het college van burgemeester en wet houders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastin gen. Artikel 52 Machtiging tot over dracht van bevoegdheden 1. 2. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar. Het college van burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepa ling betreffende de heffing of de invordering van leges.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1481