2
Raadsvoorstel vervolg/ 20h
4.nadere voorstellen inzake de kostendekkendheid van de leges Burger
zaken in de periode 1996 tot en met 1998 af te wachten.
5.bij de begrotingsbehandeling 1995 de raad voor te stellen om de
legesinkomsten Burgerzaken in de begroting 1995 van de bestuurs
dienst op te nemen;
6.de raad voor te stellen om per 1 januari 1995 een "voorziening leges
Burgerzaken" bij de Bestuursdienst in te stellen, waarvoor de in de
motivering genoemde beheersregels gelden;
7.de verordening tot wijziging van de "Legesverordening Breda" 1995
vast te stellen, (afzonderlijk raadsbesluit)
8.de raad voor te stellen de begroting van het concern en de Be
stuursdienst dienovereenkomstig te wijzigen.
Motivering/Toelichting
1Kostenberekeningsmethodiek
Om te bepalen of de leges kostendekkend zijn, moet eerst bepaald
worden welke kosten verband houden met de afgifte van de persoonsdo
cumenten. Tot en met 1994 werd in de kostprijs o.a. rekening gehouden
met personele kosten, aanschafkosten van de documenten, maar ook met
de personele kosten van beleidsontwikkeling. Een nadere analyse leerde
dat enerzijds meer kosten verband houden met de afgifte van per
soonsdocumenten en anderszijds kosten ten onrechte werden opgenomen.
Zo werden de kosten van de ambtenaar van de burgerlijke stand, de
stadhuiskosten, de extra kosten voor trouwen op zaterdag niet betrok
ken bij de beoordeling van de huwelijksleges. Ook bleven de lasten van
bepaalde bedrijfsmiddelen (kluis voor reisdocumenten, printers e.d.)
buiten beschouwing. Tot slot blijkt het geautomatiseerde G.B.A.-
systeem in belangrijke mate ondersteunend te zijn aan de afgifte van
persoonsdocumenten. In de loop van 1995 zal bekeken worden in welke
mate het systeem ten dienste van de afgifte staat. Op basis van voor
lopige schattingen wordt 7% van deze kosten opgenomen in de kostprijs
van de produkten van de afdeling Burgerzaken (zie bijlage 1: Finan
cieel -technische onderbouwing leges Burgerzaken 1995)Daarentegen
werden o.a. de kosten van beleidsontwikkeling uit de kostprijsbereke
ning geschrapt.
Per saldo resulteert dit in een toename van de opgenomen kosten.
Tengevolge hiervan neemt de mate van kostendekkendheid af. Op basis
van de nieuwe methodiek worden de kosten begroot op 1.612.000,--,
terwijl de legesopbrengsten gelijk blijven op 1.452.000,--.