De volgende kosten zijn meegenomen in de berekening:
a. Personele lasten. Op basis van intern vastgestelde normen is bepaald
hoeveel tijd nodig is om een produkt te leveren. Daarbij is ook reke
ning gehouden indirekte taken (leiding/coördinatie/kassierstaken/on-
dersteunende bezigheden). Deze kosten worden tegen het begrotings
uurtarief (1995) aan de produkten toegerekend.
b. Kapitaallasten. De bedrijfsmiddelen die direct betrokken zijn bij de
afgiftes zijn toegerekend. Te denken valt aan de printers, aanpassing
van de kluisruimte.
c. GBA-kosten. Het GBA-systeem is in belangrijke mate ondersteunend
aan de afgifte van de produkten. Daarom is ervoor gekozen een ge
deelte van de kosten mee te nemen in de berekening van de afgifte-
kostprijs. Voorlopig is gekozen voor 10%. Bezien zal moeten wor
den in hoeverre dit (aangenomen) percentage reëel is. Mogelijkerwijs
moet een groter/kleiner gedeelte toegerekend worden.
d. Kosten Stadhuis. In de leges is per huwelijksafsluiting f 75,- (norm
bedrag) opgenomen om de kosten van het stadhuis te dekken.
e. Diversen. Tot slot is rekening gehouden met de aanschafkosten van
o.a. rijbewijzen, de kosten van de ambtenaren burgerlijke stand. De
Rijksleges zijn buiten beschouwing gelaten.
Opbrengsten.
Net als bij de kosten is in het opbrengstenbedrag geen rekening ge
houden met de Rijksleges.
3^ Toelichting op de berekeningen
Kosten.