gemeente Breda
Bijlage bij rvst. nr. 211
RAAMOVEREENKOMST
Raamovereenkomst tussen de gemeente Breda en de Bredase woningbouw
verenigingen
Ondergetekenden
1. DrR.W. Welschen, loco-burgemeester van de gemeente Breda, als zodanig
ten deze die gemeente rechtsgeldig vertegenwoordigend overeenkomstig
het bepaalde in artikel 78, eerste lid, van de gemeentewet en handelend
ter uitvoering van het besluit van de raad van die gemeente d.d.
26 juni 1986, nr. 8603507;
hierna te noemen de gemeente;
en
2. Ir. R.H. Pegel en Mr. H.W.J.M. Oderkerk, respectievelijk voorzitter en
secretaris van de Woningbouwvereniging St. Laurentius, thans gevestigd
aan de Konijnenberg 88 te Breda, als zodanig ten deze die vereniging
rechtsgeldig vertegenwoordigend krachtens het bepaalde in haar statuten,
en;
3. Drs. J. Terwisscha van Scheltinga en de heer F.J. Keuleraansrespectie-
velijk voorzitter en secretaris van de Algemene Woningbouwvereniging
Breda e.o., thans gevestigd aan de Paardeweide 8 te Breda, als zodanig
ten deze die vereniging rechtsgeldig vertegenwoordigend krachtens het
bepaalde in haar statuten, en;
4. De heer M. de Leng en Mr. Ph.L.M. van Woensel, respectievelijk voorzitter
en secretaris van de Woningbouwvereniging St. Joseph, thans gevestigd
aan de Aardenhoek nr. 4 te Breda, als zodanig ten deze die vereniging
rechtsgeldig vertegenwoordigend krachtens het bepaalde in haar statuten;
hierna te noemen de woningbouwverenigingen;
overwegende
dat de gemeente eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit en kwantiteit van
de lokale volkshuisvesting en stadsvernieuwing en ook het kader aangeeft
waarbinnen een en ander zich afspeelt;
dat de woningbouwverenigingen primair verantwoordelijk zijn voor het beleid
ten aanzien van nieuwbouw, verbouw, beheer (w.o. verhuur) en onderhoud van
de door hen geëxploiteerde woningen en bedrijfseconomisch eindverantwoorde
lijk voor de beheerde complexen, alsmede de verwerving van onroerend goed
ter verwerkelijking van die doelstelling;
dat een gezamenlijke benadering van het beleid en de uitvoering van de
Bredase volkshuisvesting en stadsvernieuwing noodzakelijk is;