blad nr.
dat de gemeente en woningbouwverenigingen hun activiteiten op het gebied van
met name de stadsvernieuwing beter op elkaar willen afstemmen om tot een
bundeling van krachten te komen, die zowel recht doet aan de doelstellingen
van de gemeente als van de woningbouwverenigingen;
dat daarvoor overleg noodzakelijk is en overigens beginselafspraken over de
uitvoering van het volkshuisvestings- en stadsvernieuwingsbeleid moeten
worden gemaakt;
verklaren over en weer te zijn overeengekomen:
Hoofdstuk I: Algemeen
Artikel 1: begripsomschrijving
Onder corporaties worden verstaan: alle beheerders van woningwetwoningen in
Breda (inclusief het gemeentelijk woningbedrijf (te formeren corporatie:
Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda).
Hoofdstuk II: Overleg
Artikel 2: beleidsgroep volkshuisvesting en stadsvernieuwing
Het overleg geschiedt in de beleidsgroep volkshuisvesting en stadsvernieuwing.
Artikel 3: samenstelling
De beleidsgroep volkshuisvesting en stadsvernieuwing wordt gevormd uit ten
minste de volgende personen:
van elke corporatie één bestuurder;
de directeuren van de corporaties.
de wethouder die volkshuisvesting en stadsver
nieuwing in zijn portefeuille heeft;
hoofd van de afdeling volkshuisvesting en
stadsvernieuwing van de dienst van openbare
werken;
ambtelijk secretaris.
Het voorzitterschap en het secretariaat berusten bij de gemeente.
Artikel 4: werkwijze/wijze van vergaderen
De gemeente en de corporaties hebben bij het nemen van besluiten in de
beleidsgroep elk één stem.
Iedere deelnemer aan de beleidsgroep is bevoegd agendapunten voor de beleids
groep op te voeren.
Overigens stelt de beleidsgroep een reglement van orde voor haar vergade
ringen vast, welke niet in strijd mag zijn met de bepalingen van deze
overeenkomst
Van corporatiezijde:
Van gemeentezijde: