blad nr v-nrrrj-j i rr— Hoofdstuk III: Activiteiten van partijen in de volkshuisvesting en de stads vernieuwing Artikel 8: activiteiten van de corporaties en de samenwerking met de gemeente daarbij I. De corporaties verrichten de volgende activiteiten: a. het realiseren van woningen door middel van nieuwbouw en vervan gende nieuwbouw; b. het verbeteren van bestaande complexen; c. tijdelijke instandhouding en beheer van woningen om op termijn vervangende nieuwbouw mogelijk te maken; N d. het tijdelijk beheer van woningen of woningcomplexen ter voor koming van - verdere - verkrotting door middel van groot onderhoud en/of woningverbetering en het van de gemeente aankopen daarvan. a- De corporaties zullen de activiteiten als genoemd in het eerste lid, voorzover zij in stadsvernieuwingsgebieden moeten plaats vinden, uitsluitend uitvoeren op grond van een tussen de gemeente en de opdrachtverstrekkende corporatie te sluiten projectovereen- koms t b. Voor niet-stadsvernieuwingsgebieden kan een dergelijke overeen komst worden gesloten. 3. Uitgangspunten voor het sluiten van projectovereenkomsten als in het tweede lid bedoeld, zijn: a. voorafgaand aan de planvoorbereiding van een volkshuisvestings project in een stadsvernieuwingsgebied wordt door of namens de gemeente en de opdrachtverstrekkende corporatie een haalbaar heidsonderzoek verricht, naar een rendabele exploitatie van dat project na realisatie; bij de bepaling van die haalbaarheid wordt gebruik gemaakt van een door of namens de gemeente en de corporaties vast te stellen rekenmode 1 in de berekening volgens dit rekenmodel wordt het vermoedelijk saldo van de exploitatie van de in het project te betrekken bestaande panden ontstaan in de periode van tijdelijk beheer, als bedoeld onder c. van dit artikellid, betrokken; ter bepaling van de haalbaarheid van voorgenomen aankoop- en verbeteringsactiviteiten wordt voorts in de berekening betrokken, de eenmalige bijdrage van de gemeente aan de opdrachtverstrekkende corporatie van maximaal gemiddeld het bedrag, dat in het jaar, dat met het project wordt aangevangen voor dit soort activiteiten door of namens de gemeente, ter afdekking van financiële risico's bij de opdrachtverstrekkende in het fonds stadsvernieuwing is opgenomen; b. op grond van de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek als bedoeld onder a. wordt door of namens de gemeente en de opdracht verstrekkende corporatie besloten of tot realisatie van het project wordt overgegaan; bij een besluit tot realisatie wordt het maximale budget, dat nodig is voor de aankoop van de onroerende goederen, die nodig zijn voor de realisatie van het project, bepaald; HkÜ

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1544