Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienummer
Dienst/afdeling
Aantal bijlagen
1994/21 8
947602646
MD /AP
2
Betreft: het beschikbaar stellen van een krediet voor de kosten
van bodemsanering van het vm. BBA-terrein (Rietmakerstraat/
Beekstraat/Tramsingel)
Inleiding
Vanaf 1989 wordt gewerkt aan de sanering van het op dit terrein
aangetroffen bodemverontreinigingen. Een aantal verontreinigingen
zijn gesaneerd. Er bevinden zich op het terrein nog een twee rest-
verontreinigingen. Een verontreiniging (olie) ter plaatse van de hoek
Tramsingel/Beekstraat. Deze wordt door de BBA gesaneerd. Een veront
reiniging (kolen, slakken, sintels) ter plaatse van de vm. BBA-
loodsen. Het voornemen is om het terrein van gemeentewege aan te kopen
(open gat Tuinzigt) en te bestemmen voor garageboxen, tuinen en
parkeerterrein. Alvorens daartoe te besluiten is het nodig de bodem
voor dat gebruik geschikt te maken. Uit milieu- en volksgezondheids-
oogpunt kan daarbij met een functionele sanering van de restverontrei-
nigingen worden volstaan.
1. In de kosten van bodemsanering voor 50% 303.750,--) bij te
dragen, te dekken uit het door u in december 1993 beschikbaar gestelde
en niet volledig gebruikte krediet van 1.100.000,-- voor de bodemsa
nering van de locaties Kolfbaanstraat/Abeelstraat in Tuinzigt ten
laste van het Fonds Stadsvernieuwing.
2. De Concern- en Milieudienstbegroting, beide voor het dienstjaar
1994, dienovereenkomstig te wijzigen
Motivering/Toelichting
De verkoper (BBA) is in beginsel verantwoordelijk voor het verkochte.
Er bestaat voor deze de privaatrechtelijke plicht om het verkochte aan
de overeenkomst te doen beantwoorden (7:17 B.W.). Hiervoor is het
nodig de bodem functioneel te saneren. De kosten hiervan bedragen
607.500,--
De BBA heeft aannemelijk gemaakt dat de verontreiniging in een ver
verleden door de BBA is veroorzaakt (vanaf de oprichting tot ongeveer
1950) In deze periode speelde de problematiek van bodemverontreini
ging niet. De overheid trok zich het belang van bodemsanering niet
aan. Het onverkort vasthouden aan bovenvermeld uitgangspunt (de BBA
draagt de kosten van sanering) is niet redelijk en zal tot een verder
uitstel of (meer waarschijnlijk) tot afstel van de verkoop BBA/gemeen
te Breda kunnen leiden. Daar komt bij dat de gemeente Breda belang
heeft bij aankoop van het terrein.
Voorstel