6
Raadsbesluit vervolg/ 223
toekomen aan de leden van de klachtencommissie
5. Tijdens het onderzoek naar een klacht door de klachtencommissie
kunnen zowel de klager als de aangeklaagde zich doen bijstaan door een
door hen te kiezen raadsman.
Op deze mogelijkheid worden beide partijen tijdig schriftelijk gewe
zen.
6. De klachtencommissie brengt, binnen twee maanden na ontvangst van
de klacht als bedoeld in artikel 5, lid 1, een schriftelijk advies uit
aan het college van burgemeester en wethouders waarin gemotiveerd is
vastgesteld:
- of, en zo ja, in welke mate de klacht met betrekking tot seksuele
intimidatie naar de mening van de klachtencommissie gegrond is;
- op welke wijze en met welke frequentie het seksueel intimiderend
gedrag zich voordeed.
7. De in lid zes van dit artikel genoemde termijn van twee maanden kan
- met redenen omkleed - ten hoogste met één maand worden verlengd.
8. De voorzitter of een lid van de klachtencommissie is gerechtigd aan
het advies van de commissie een minderheidsstandpunt toe te voegen.
9Een afschrift van het in lid zes van dit artikel genoemde advies
wordt, al dan niet voorzien van een toegevoegd minderheidsstandpunt,
aan de klager en de aangeklaagde toegezonden, alsmede aan de betrokken
vertrouwenspersoon van de klager.
10. Indien een klacht tijdens de procedure wordt ingetrokken, brengt
de klachtencommissie binnen één maand na ontvangst van het bericht van
intrekking van de klacht - op grond van de tot op dat moment door haar
vastgestelde feiten - schriftelijk advies uit aan burgemeester en
wethouders met betrekking tot haar visie ten aanzien van de eventuele
consequentie(s) voor zowel klager als aangeklaagde c.q. ten aanzien
van de alsdan voor beiden ontstane werksituatie.
Het bepaalde in lid 8 en lid 9 van dit artikel is dan overeenkomstig
van toepassing.
11. Klachten over seksuele intimidatie die langer dan twee jaar
geleden plaatsvond en zich nadien niet meer heeft voorgedaan alsmede
anonieme klachten worden door de klachtencommissie niet in behandeling
genomen
Artikel 8. - UITSPRAAK
1. Burgemeester en wethouders kunnen, terwijl het onderzoek bij de
klachtencommissie naar een geval van seksuele intimidatie aanhangig
is, tijdelijke maatregelen nemen.