4 Raadsbesluit vervolg/230 Artikel 9 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 6 houden burgemeester en wethouders de beslissing op een verzoek tot plaatsing aan indien: a. eerder is besloten tot afvoering van dat monument van de gemeen telijke monumentenlijst, en b. tegen dat besluit een bezwaarschrift is ingediend, waarop nog geen beslissing is genomen, of c. tegen de beslissing op het bezwaarschrift, houdende handhaving van het bestreden besluit, een beroepschrift is ingediend waarop nog geen beslissing is genomen, of d. tegen de beslissing op het beroepschrift, houdende handhaving van het bestreden besluit, hoger beroep is ingesteld waarop nog geen beslissing is genomen. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 6, juncto artikel 7, houden burgemeester en wethouders de beslissing op een verzoek tot afvoeren aan indien: a. tegen het besluit tot afvoeren van het desbetreffende monument van de gemeentelijke monumentenlijst een bezwaarschrift is ingekomen waarop nog geen beslissing is genomen, of b. tegen de beslissing op het bezwaarschrift, houdende handhaving van het bestreden besluit, een beroepschrift is ingediend waarop nog geen beslissing is genomen, of c. tegen de beslissing op het beroepschrift, houdende handhaving van het bestreden besluit, hoger beroep is ingesteld waarop nog geen beslissing is genomen. 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde aanhouding vindt plaats tot en met zes weken nadat de beslissing op het bezwaarschrift of het beroepschrift is verzonden of, indien tegen de beslissing op het beroepschrift hoger beroep is ingesteld, totdat daarop is beslist. 4. De in het eerste en tweede lid bedoelde aanhouding vervalt indien een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend en dat verzoek wordt afgewezen. 5. Indien, in de gevallen bedoeld in het eerste en tweede lid, de op het bezwaar- of beroepschrift genomen beslissing een intrekking, respectievelijk vernietiging van het bestreden besluit inhoudt, laten burgemeester en wethouders het verzoek buiten verdere behan deling. 6. Van het aanhouden van de beslissing alsmede het buiten verdere behandeling laten van een verzoek, een en ander als bedoeld in dit artikel, doen burgemeester en wethouders mededeling aan: a. de commissie; b. de eigenaren en zakelijk gerechtigden; c. zij, die om plaatsing of afvoering hebben verzocht. Artikel 10 1. Een besluit tot afvoering treedt in werking op de dag, volgende op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1659