8 Raadsbesluit vervolg/ 230 a. de rechthebbende(n) op het perceel toestemming verlenen aan door burgemeester en wethouders aan te wijzen personen om het perceel te betreden en b. bedoelde rechthebbende(n) eveneens toestemming verlenen dat door de onder a. bedoelde personen graafwerk en/of documentatiewerk- zaamheden op het perceel worden verricht, een en ander gedurende een door de rechthebbende(n) en burgemeester en wethouders in overleg vast te stellen redelijke termijn. 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan een ontheffing voorschriften verbinden ter bescherming van de in de aanhef van het tweede lid bedoelde belangen. Artikel 21 Burgemeester en wethouders kunnen de ontheffing intrekken: a. indien blijkt, dat de ontheffing tengevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. indien de aan de ontheffing verbonden voorschriften niet of niet voldoende worden nageleefd. HOOFDSTUK VII: SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN Artikel 22 1. Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende tengevolge van enig besluit op grond van deze verordening schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kent de raad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. 2. Ten aanzien van de behandeling van een verzoek als bedoeld in het eerste lid, zijn de bepalingen van de verordening ter regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimte lijke Ordening van overeenkomstige toepassing. Artikel 23 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 11, 18, eerste lid en tweede lid, of 20, eerste lid, van deze verordening, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. 2. Overtreding van de in het eerste lid genoemde bepalingen van deze overtreding kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 24 1. Voor zover deze verordening betrekking heeft op beschermde rijksmo numenten treedt zij in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Monumentenwet 1988. 2. Deze verordening treedt, behoudens het gedeelte bedoeld in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1663