5. ingeval van overlijden van een eigenaar als bedoeld
onder 1 worden diens erfgenamen, die de woning,
standplaats of woonwagen bewonen, beschouwd als de
gerechtigden op de aan die eigenaar verleende sub
sidie. Indien het erfgenamen betreft van de eerste
eigenaar van een koopstandplaats of een
koopwoonwagen die deze blijven bewonen, worden de
zen als begunstigde beschouwd als zij voldoen aan
het bepaalde in artikel 18, eerste lid, onderdeel b
van de Woonwagenwet, jo artikel II, van de wet van
30 oktober 1974 tot wijziging van de eerstgenoemde
wet.
6. indien de eigenaar bedoeld in 1 tot en met 3 na een
jaar uit de woning vertrekt en er eigendomsover
dracht plaatsvindt aan dier.B partner die in de wo
ning blijft wonen, dan gaan de rechten op subsidie
onder dezelfde voorwaarden over op die partner.
c. Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie wordt berekend overeenkomstig
het bij of krachtens het Besluit bepaalde.
d. Grondslag
De subsidie wordt in de vorm van een jaarlijkse bijdrage
betaald en wordt gedekt uit het fonds voor de sociale
bouwsector, genoemd in de Subsidieverordening Volkshuis
vesting.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1. Sociale koopwoning/koopwoonwagen/koopstandplaatss
te bouwen woning, standplaats of woonwagen waarvoor op
grond van deze richtlijn subsidie kan worden verstrekt en
die bedoeld is bewoond te worden door een eigenaar wiens
inkomen niet hoger is dan het in het Besluit genoemde be
drag.
2. Bouwplan:
de beschrijving van de te bouwen woningen, standplaatsen
of woonwagens zoals deze wordt verplicht op het in arti
kel 8, lid 1 van de Subsidieverordening Volkshuisvesting
genoemde formulier.
Pagina: 27