c. De Bom van de inkomens bedoeld in bijlage 6 van het Be
sluit op grond waarvan de subsidie wordt berekend, wordt
bepaald aan de hand van de volgende, gelijktijdig met de
indiening van de in sub a genoemde documenten, te ver
strekken gegevens:
- een door de inspecteur der directe belastingen te
verstrekken formulier, waarop is aangegeven het
definitief vastgestelde, of nog vast te stellen
inkomen, danwel het bruto-loon van de personen be
doeld in bijlage 6 van het Besluit; op dit formu
lier wordt tevens aangegeven of bedoelde personen
wel of niet vermogensbelasting verschuldigd zijn;
- indien op het tijdstip van de indiening van de in
sub a genoemde documenten nog geen opgave van het
definitief vastgestelde inkomen verstrekt kan wor
den, wordt de vaststelling van de subsidie aange
houden tot het moment dat de opgave van het defini
tief vastgestelde inkomen wordt overlegd.
5GEREEDMELDING
In aanvulling op artikel 17 van de Subsidieverordening Volks
huisvesting geschiedt de gereedmelding terstond na voltooiing
van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen 2\ jaar na het ver
lenen van de geldelijke steun.
De gereedmelding geschiedt door de initiatiefnemer.
De gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring van de ini
tiatiefnemer dat bij de bouw is voldaan aan alle voorwaarden
genoemd in onderdeel 3 van deze richtlijn.
6UITBETALING
In aanvulling op artikel 13 van de Subsidieverordening Volks
huisvesting, geschiedt de uitbetaling van de subsidie binnen
twee maanden na verstrijken van het eerste jaar van bewoning en
telkens een jaar nadien. Alvorens burgemeester en wethouders
tot uitbetaling van de subsidie overgaan, overlegt de subsi
die-ontvanger een bewoningsverklaring op een door hem volledig
ingevuld en ondertekend formulier dat hem door burgemeester en
wethouders wordt verstrekt.
7NAZORG
1. Tenzij zich één van de gevallen als genoemd in de inlei
ding onder b voordoet, beëindigen burgemeester en wethou
ders de uitbetaling van de subsidie en stellen deze op
nieuw vast op het tot op dat moment ontvangen bedrag,
zodra zij constateren dat:
a. de subsidie-ontvanger de woning, standplaats of
woonwagen niet langer bewoont;
b. eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden.
Pagina: 30